Voor het eerst hebben archeologen menselijke resten gevonden van het Bijbelse volk der Filistijnen. De vondst moet ontsluieren waar Goliath en co oorspronkelijk vandaan kwamen.

Onderzoekers ontdekten een oeroude begraafplaats Foto: Leon Levy
Onderzoekers ontdekten een oeroude begraafplaats. Foto: Leon Levy

Een tienduizend jaar oude begraafplaats in de Bijbelse stad Ashkelon onthult de eerste menselijke restanten van de Filistijnen. Dat stellen Amerikaanse archeologen van de Leon Levy Expedition, een dertig jaar durend opgravingsproject in Israël.

In de Bijbel

De Filistijnen worden in de Bijbel beschreven als aartsvijand van de Joden. Het volk – waarvan Goliath de bekendste telg was – vestigde zich aan het eind van het tweede millennium v. Chr. in vijf stadstaten in het huidige Israël en de Gazastrook. Nadat de Babylonische koning Nebukadnezar II dit gebied in 604 v. Chr. veroverd had, gingen de Filistijnen op in andere volkeren.

Dossier: het krioelende leven in ons lichaam
LEES OOK

Dossier: het krioelende leven in ons lichaam

Onze darmmicroben en hun invloed op lichaam en geest staan volop in de belangstelling. Wat is de laatste wetenschappelijke stand van zaken?

Rond de Filistijnse stadstaten hadden archeologen eerder al veel resten gevonden van architectuur, aardewerk en inscripties. Nog nooit hadden ze echter met zekerheid menselijke resten geïdentificeerd.

Botresten

De Amerikanen vonden in Ashkelon een begraafplaats met botresten van meer dan tweehonderd mensen. Vanwege de ligging en het aardewerk dat ze erbij vonden, waren dit hoogstwaarschijnlijk Filistijnen uit de elfde tot achtste eeuw v. Chr.

DNA-analyse en koolstofdatering moeten definitief vaststellen bij welk volk de botresten horen. Daarnaast hopen archeologen met deze analyse te ontdekken waar de Filistijnen oorspronkelijk vandaan kwamen, iets wat tot dusver onbekend is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.

Lees verder: