Veel Engelse en Franse buldogs kampen met ademhalingsproblemen. Lang werd gedacht dat hun geplette gezicht daar de oorzaak van is. Een onlangs ontdekte genmutatie duidt erop dat deze vorm niet de enige boosdoener is.

De mutatie in het gen ADAMTS3, gevonden door een team van Jeffrey Schoenebeck van de universiteit van Edinburgh, wordt ook gedragen door Norwichterriërs. Zij lijden aan vergelijkbare ademhalingsmoeilijkheden, hoewel hun neuzen wel proportioneel zijn.

De onderzoekers analyseerden het DNA van ruim vierhonderd Norwichterriërs en controleerden ook de luchtwegen van deze honden op tekenen van ziekte. Hieruit kwam een significant verband naar voren tussen de genmutatie en de kans dat een Norwichterriër last heeft van upper airway syndrome.

Ons bizarre brein: dossier
LEES OOK

Ons bizarre brein: dossier

In dit dossier storten we ons op tien kwesties die licht schijnen op de werking van ons meest mysterieuze orgaan: het brein.

Zwellingen en vocht

‘Mutaties in dat gen beïnvloeden de ontwikkeling en het in stand houden van het lymfevatenstelsel’, zeg Schoenebeck. Bij mensen wordt de genmutatie geassocieerd met zwellingen en het vasthouden van vocht.

Omdat de onderzoekers vermoedden dat honden met het gen aanleg hebben voor zwellingen in de bovenste luchtwegen die leiden tot ademhalingsmoeilijkheden, zochten ze dat ook uit voor andere rassen.

Van de 24 Engelse buldogs uit het onderzoek bleken er negentien twee exemplaren van het gemuteerde gen te hebben. Onder de 99 Franse buldogs die wetenschappers onderzochten, droegen er zeventien één exemplaar van het gen, terwijl drie ervan twee gemuteerde exemplaren hadden.

Schedel alsnog schuldig

De vorm van de schedel is hiermee niet vrijgesproken: die blijft de oorzaak van veelvoorkomende ademhalingsmoeilijkheden bij zowel Engelse als Franse buldogs, en bij mopshonden, zegt Schoenebeck. Dankzij hun platte gezichten hebben ze een onevenredig grote hoeveelheid zacht weefsel rond hun neusgaten, wat de luchtstroom bemoeilijkt.

De mutatie zou gebruikt kunnen worden om genetische tests te ontwikkelen voor fokkers, aldus Schoenebeck. Het kan moeilijk zijn om het gemuteerde gen uit te roeien door kunstmatige selectie, aangezien dat tot problemen zou kunnen leiden die samenhangen met een gebrek aan genetische diversiteit.

Het onderzoek is gepubliceerd in PLOS Genetics.