Farnborough (GB) – Britse wetenschappers ontwikkelden een nieuw radarsysteem dat obstakels op start- en landingsbanen van vliegvelden kan opsporen.


De beruchte klapband van de Concorde, die vorig jaar kort na de landing vanaf het Parijse vliegveld Charles de Gaulle neerstortte, was vermoedelijk te wijten aan een stuk metaal van zo'n veertig centimeter lang dat op de startbaan lag. Het voorwerp was zo klein dat niemand het gezien had bij de baancontrole. Conventionele radartechnieken kunnen zoiets niet waarnemen. Op het moment van het ongeluk was het Britse bedrijf QinetiQ, toen nog onderdeel van het Britse Defence Evaluation and Research Agency (DERA), al druk bezig met het ontwikkelen van een nieuw radarsysteem.
Normaal gesproken moeten vliegveldmedewerkers regelmatig de start- en landingsbanen van vliegvelden controleren op losliggende voorwerpen. Dit gebeurt op het oog, vanuit wagentjes aan de rand van de baan. Op kleine vliegvelden gebeurt dat zo'n vier keer per dag, maar op een druk vliegveld als Schiphol rijden er voortdurend speurders heen en weer. Dat is erg arbeidsintensief, en bovendien lastig bij slecht weer. De nieuwe hoge-resolutieradar checkt alle banen echter continu, weer of geen weer, en meldt het meteen zodra er een voorwerp ligt. De radar kan een voorwerp kleiner dan een appel waarnemen op een afstand van meer dan anderhalve kilometer.
De Britse technici combineerden in de nieuwe hoge-resolutieradar verschillende systemen die in de defensietechnologie al langer ingeburgerd zijn, bijvoorbeeld om wapens heel nauwkeurig te richten. De nieuwe radar zal binnenkort op de markt verschijnen, zo vermeldt de website van Nature. Tim Floyd, onderzoeksmedewerker bij QinetiQ: “De belangstelling voor deze radartechnologie is groot. Er zijn veel vliegvelden die te kampen hebben met meer dan alleen rondslingerend schroot. In India schijnen ze bijvoorbeeld regelmatig last te hebben van koeien die zomaar de startbaan opwandelen.”

Nienke Beintema