Biologen hebben in Congo een voorheen onbekende diersoort ontdekt. Het gaat om een pantserspitsmuis – een dier met ‘de meest bizarre ruggengraat ter wereld’, aldus zijn ontdekkers.
De recent gevonden pantserspitsmuis draagt de naam Scutisorex thori. Hij is nauw verwant aan de enige andere bekende pantserspitsmuissoort, de Scutisorex somereni. Net als zijn broertje heeft de S. thori een bizar sterke onderrug: zijn ruggengraat is, relatief aan de lichaamsmassa, vier tot vijf keer sterker dan bij andere zoogdieren.
Toen onderzoekers de S. somereni in 1910 ontdekten, leidde dat tot grote verrassingen. ‘De ontdekkers keken vol ongeloof toe hoe een volwassen man op de rug van de pantserspitsmuis stond, waarna het dier ongedeerd verder wandelde’, aldus zoöloog Bill Stanley, die de nieuwe spitsmuis ontdekte.
Dossier: het krioelende leven in ons lichaam
Onze darmmicroben en hun invloed op lichaam en geest staan volop in de belangstelling. Wat is de laatste wetenschappelijke stand van zaken?
De pantserspitsmuizen danken hun sterke ruggengraat aan een unieke wervelstructuur in de onderrug. Hun laagste wervels, de zogeheten lendenwervels, grijpen in elkaar. Daarnaast is elke lendenwervel is zijlings aan zijn buurwervels gekoppeld.
Evolutie tot ‘mighty mouse’
Hoe de pantserspitsmuizen aan hun sterke ruggengraat komen, is nog een raadsel. De onderzoekers hopen dat de S. thori duidelijkheid kan scheppen. Zijn ruggengraat lijkt net wat meer op een ‘normale’ ruggengraat dan die van de eerder bekende pantserspitsmuissoort.
‘Jij en ik hebben vijf lendenwervels’, zegt Stanley. ‘En dat geldt ook voor de meeste andere zoogdieren. Maar de Scutisorex somereni heeft er minstens tien. De Scutisorex thori heeft er acht, met net wat minder koppelingen tussen de wervels.’ Het dier is dus mogelijk de missing link tussen de gewone spitsmuis en zijn gepantserde familiesoort. Daardoor kan het dier wellicht onthullen hoe de bizarre ruggengraat is ontstaan.
De ontdekkers opperen dat de spitsmuizen dankzij hun sterke ruggengraat stenen en boomstammen omhoog kunnen wrikken, waardoor ze larven bereiken die voor andere dieren ontoegankelijk blijven.