De omikronvariant van het coronavirus verspreidt zich razendsnel, maar veroorzaakt naar verhouding minder ziekenhuisopnamen en sterfgevallen dan eerdere varianten. Daar zijn tot dusver drie verklaringen voor: omikron infecteert cellen op een andere manier, is meer aanwezig in speeksel en veroorzaakt vaker asymptomatische besmettingen.

Door de snelle verspreiding van de omikronvariant stijgt het wereldwijde aantal geregistreerde covidbesmettingen momenteel naar ongekende hoogten. Maar hoewel deze variant veel besmettelijker is dan zijn voorgangers, is er steeds meer bewijs dat hij minder vaak tot ernstige ziekte leidt. In Zuid-Afrika, het eerste land met een omikrongolf, steeg het aantal besmettingen bijvoorbeeld tot 117 procent van de piek van de deltagolf. Het aantal ziekenhuisopnamen piekte echter op 63 procent, en het aantal doden op slechts 16 procent.

Een van de redenen dat omikron minder besmette personen het ziekenhuis in brengt, is dat meer mensen nu beschermd zijn tegen ernstige ziekte. Die bescherming danken ze aan een eerdere besmetting of vaccinatie. Dierproeven wijzen er echter op dat omikron ook van nature minder vaak ernstige symptomen veroorzaakt.

Dossier: Zo sport je slimmer
LEES OOK

Dossier: Zo sport je slimmer

In het dossier 'Zo sport je slimmer' duiken we diep in sportkwesties. Ontdek wat de slimste manier is om fit(ter) te worden.

Van longen naar neus

Een voorbeeld daarvan is onderzoek van viroloog James Stewart van de Universiteit van Liverpool. Daaruit bleek dat muizen minder ziek worden en sneller herstellen van een omikronbesmetting, vergeleken met andere varianten. ‘En zo zijn er nu een aantal dierproeven verricht’, zegt Stewart. ‘Daar komt telkens hetzelfde uit.’

De reden daarvoor is mogelijk dat omikron op een andere manier cellen infecteert. Daardoor besmet deze variant eerder de neus dan de longen. Dat blijkt onder andere uit onderzoek van viroloog Joe Grove van de Universiteit van Glasgow.

Lees al onze artikelen over het coronavirus en covid in ons dossier.

Volgens Grove is het nog onduidelijk waarom deze virusverandering heeft plaatsgevonden. Ook is er geen garantie dat toekomstige varianten eveneens minder ernstig zullen zijn. Grove wijst daarbij op het SARS-virus uit 2006. Dat infecteerde cellen op dezelfde manier als omikron, maar was toch vele malen dodelijker.

‘Desondanks worden de reacties van onze antilichamen en vooral onze T-cellen steeds sterker, naarmate we immuniteit verkrijgen dankzij vaccins en natuurlijke besmettingen’, zegt Grove. ‘Het virus zal steeds minder in staat zijn om ernstige ziekte te veroorzaken.’

Antilichamen ontwijken

De impact van een virus hangt echter niet alleen af van hoe ziekmakend het is, maar ook van hoeveel mensen het besmet. Dat is de reden dat de griep wereldwijd veel meer doden veroorzaakt dan ebola.

Landen zoals Australië slaagden er tot dusver goed in om grote uitbraken te voorkomen. Omikron heeft daar nu echter al een veel grotere golf veroorzaakt dan de eerdere varianten. ‘Deze variant is veel besmettelijker en verspreidt zich razendsnel’, zegt Stewart. ‘Hij zet nu al wereldwijd veel zorgsystemen onder druk.’

De besmettelijkheid van omikron is voor een groot deel te verklaren doordat de variant in staat is om onze huidige antilichamen te ontwijken. Daardoor besmet hij naar verhouding veel mensen die zijn gevaccineerd of een besmetting met een andere variant hebben doorgemaakt. Maar dit is waarschijnlijk niet het hele verhaal.

Speeksel

Ten opzichte van eerdere varianten wordt omikron vaker waargenomen in speeksel. Dat betekent dat deze variant zich makkelijker verspreidt wanneer mensen praten, schreeuwen, hoesten of zingen. ‘Ik denk dat de grotere hoeveelheid virusdeeltjes in speeksel op een of andere manier verband houdt met de toegenomen besmettelijkheid’, zegt viroloog Diana Hardie van de Universiteit van Kaapstad in Zuid-Afrika.

Hardies team onderzocht de resultaten van PCR-tests waarbij zowel neus- als speekseluitstrijkjes werden genomen. Bij de neusuitstrijkjes die positief testten op de deltavariant, was het speekseluitstrijkje in slechts 70 procent van de gevallen ook positief. Er waren geen mensen bij wie het speekseluitstrijkje wel, maar het neusuitstrijkje niet positief was.

Bij omikron gebeurde het omgekeerde. Er waren geen mensen bij wie het neusuitstrijkje wel, maar het speekseluitstrijkje niet positief was. Bij de speekseluitstrijkjes die positief testten, was het neusuitstrijkje in 86 procent van de gevallen ook positief.

Met andere woorden: bij een PCR-test lijken speekseluitstrijkjes betrouwbaarder om een omikronbesmetting aan te tonen. Hardie vermoedt dat dit ook voor zelftests geldt, iets waar al anekdotisch bewijs voor is. Ze is van plan dit verder te gaan onderzoeken.

Asymptomatisch

Een andere verklaring voor de snelle verspreiding van omikron is dat er naar verhouding meer mensen besmet worden zonder symptomen te krijgen. Die mensen verspreiden het virus dan zonder het te weten.

Viroloog Lawrence Corey van het Fred Hutchinson Cancer Research Center in Seattle heeft met zijn team de voorlopige resultaten bestudeerd van studies die nu in Zuid-Afrika worden verricht. Daarvoor werden voortdurend een aantal mensen getest, ongeacht of ze symptomen vertoonden of niet. De resultaten wijzen erop dat omikron ongeveer acht keer zoveel asymptomatische besmettingen veroorzaakt dan andere varianten.

‘Dat is goed mogelijk’, zegt Stewart. Wel wijst hij erop dat deze resultaten nog bevestigd moeten worden. ‘Het is nog erg vroeg. Ga voorzichtig te werk, zou ik zeggen, bij het interpreteren van dit alles.’

Leestip: Bart Braun vertelt in dit handzame en humoristische boekje alles over de enorme invloed van virussen. Bekijk het in onze webshop.