Greenbelt (Maryland), VS – De ontdekking van een enorm simpel suikermolecuul nabij het centrum van de Melkweg maakt het idee dat leven ook elders in het heelal ontstond minder vreemd.


Astronomen in de VS zoeken naar organische moleculen die zich bevinden op een afstand van 26.000 lichtjaar. Daar bevindt zich, in het sterrenbeeld boogschutter, een stellaire stofwolk. In zo’n wolk treden tal van complexe chemische reacties op. Recent troffen de astronomen daar een eenvoudig suikermolecuul aan. Ze deden de ontdekking met de twaalfmetertelescoop in Arizona van de Amerikaanse National Science Foundation.

“Lang voor het ontstaan van planeten komen blijkbaar in stellaire stofwolken al chemische verbindingen voor die nodig zijn voor leven”, legt Jan M. Hollis van NASA Goddard Space Flight Center uit. Nadat de laatste jaren in de ruimte verbindingen zoals formiaat en azijnzuur waren ontdekt, vormt de ontdekking van het kleine suikermolecuul een belangrijke volgende step. De suiker, bestaande uit slechts acht atomen, kan met andere eenvoudige moleculen reageren tot ribose en glucose, twee belangrijke suikers voor het leven op Aarde. Ribose vormt een bouwsteen van het erfelijke materiaal RNA, en glucose is een belangrijke energiedrager. Mogelijk belandden tal van dit soort moleculen op de jonge Aarde tijdens de vorming van het Zonnestelsel. De bestudering van de stofwolken tussen de sterren kan wetenschappers ook helpen te begrijpen hoe biomoleculen ontstonden tijdens de vorming van de Aarde zelf.

De suiker, glycolaldehyde, is een isomeer van methylformiaat en azijnzuur, twee eerder in de ruimte aangetroffen organische moleculen. De brutoformule is C2H4O2. De astronomen herkennen dergelijke moleculen aan het infrarode licht dat ze absorberen en uitstralen. De frequenties van dat licht horen bij bepaalde bewegingen die een molecuul kan maken.

Erick Vermeulen