Enorme kunstmatig intelligente netwerken kunnen al bijna net zo goed schrijven als ­mensen. Dit bracht experts op een idee: wat als we de technologie verder opschalen? Wat kunnen die netwerken dan nog meer? Of de ­‘algemene ­intelligentie’ van mensen ermee in het vizier komt, is de vraag. Maar buiten kijf staat dat de mogelijkheden een stuk verder reiken dan wat virtuoze taalkunstjes.

Toen de kunstmatig intelligente – ofwel artificieel intelligente (AI) – machine GPT-3 in 2020 werd gelanceerd, wekte die de indruk de menselijke taal onder de knie te hebben. Op commando spuwde hij een stroom ­soepel lopende teksten uit. Terwijl de wereld met open mond toekeek, wezen kenners op de vele fouten en het simpele design. Gewoon een hersenloze machine, vonden ze. Maar er zijn redenen om aan te nemen dat machines als GPT-3 binnenkort een taalvermogen kunnen ontwikkelen dat even groot is als dat van de mens. Ook een mensachtig redeneervermogen en een aantal andere kenmerken van intelligentie liggen binnen bereik.

Dit is een premium-artikel

Lees direct verder, al vanaf €1,99 per maand. Al abonnee? Log in om direct verder te kunnen lezen.

InloggenBekijk aanbod