Terwijl sommige kenners waarschuwen dat kunstmatige ­intelligentie (AI) slimmer wordt dan de mens, wijzen anderen erop dat ­hyperintelligente chatbots soms nog geen drie letters op alfabetische volgorde kunnen zetten. Hoe staat het er nu echt voor met AI? Informaticus Frank van Harmelen is optimistisch over de toekomst, maar vindt wel dat we ­duidelijke grenzen moeten stellen aan de ontwikkeling en het ­gebruik van deze potentieel revolutionaire technologie.

Steeds meer mensen gebruiken kunstmatig intelligente programma’s, zoals tekstbots als ChatGPT of AI-plaatjesmakers. Maar deze kunstmatige intelligentie is helemaal niet zo slim, zegt Frank van Harmelen. Vraag zo’n chatbot bijvoorbeeld eens om de letters van ‘New Scientist’ op alfabetische volgorde te zetten. Dikke kans dat hij fouten maakt. En als je de AI daarop wijst, heeft hij waarschijnlijk geen idee waar het misging en schuift hij een willekeurige extra letter in zijn nieuwe antwoord om je tevreden te stellen. ‘AI- systemen hallucineren’, beschrijft Van Harmelen deze valkuil. Als hoogleraar ­artificiële intelligentie onderzoekt hij hoe we AI’s kunnen bouwen die wél betrouwbaar zijn.

Dit is een premium-artikel

Lees direct verder, al vanaf €1,99 per maand. Al abonnee? Log in om direct verder te kunnen lezen.

InloggenBekijk aanbod