In een evolutionaire oogwenk is de mens overgestapt van jagen en verzamelen op een leven in complexe samenlevingen. Hoe ging deze transitie van ongekende proporties in zijn werk?

Gedurende bijna de hele menselijke geschiedenis zwierf onze soort over de planeet. Onze voorouders leefden in kleine groepen, jaagden en verzamelden, trokken naar nieuwe gebieden als het klimaat daar gunstig was, en trokken zich weer terug als de omstandigheden onaangenaam werden. Honderdduizenden jaren lang gebruikten ze vuur om te koken en zich te verwarmen. Ze bouwden onderkomens en maakten gereedschappen, sieraden en kleding. Maar hun bezittingen bleven beperkt tot wat ze konden dragen. Ze kwamen af en toe andere mensachtigen tegen, zoals neanderthalers, waar ze soms ook seks mee hadden. Het leeuwendeel van deze lange geschiedenis speelde zich af zonder te worden vastgelegd voor het nageslacht.

Dit is een premium-artikel

Lees direct verder, al vanaf €1,99 per maand. Al abonnee? Log in om direct verder te kunnen lezen.

InloggenBekijk aanbod