Wiskunde is niet alleen afkomstig van de oude Grieken. Van analyse tot de stelling van Pythagoras, veel van onze kennis komt van elders, waaronder het oude China, India en het Arabisch Schiereiland, zegt wiskundehistoricus Kate Kitagawa.

De geschiedenis van de wiskunde heeft een imagoprobleem. Het gangbare beeld is dat van ontmoetingen tussen oude Grieken, die meesters werden in de logica. Pythagoras, Euclides en hun vrienden zouden praktisch in hun eentje de instrumenten hebben ontwikkeld waarmee je bepaalde wiskundige stellingen kunt bewijzen – wat leidde tot de grootste wiskundige prestaties uit de oudheid. Later voegden andere Europese grootheden zich in dit rijtje, zoals Leonhard Euler en Isaac Newton. Zij zouden de wiskunde modern hebben gemaakt, waardoor we nu zijn waar we zijn.

Dit is een premium-artikel

Lees direct verder, al vanaf €1,99 per maand. Al abonnee? Log in om direct verder te kunnen lezen.

InloggenBekijk aanbod