In het verleden stortten zogeheten superuitbarstingen van vulkanen de aarde meermaals in een desastreuze ‘vulkanische winter’. Gebeurt dat opnieuw, dan zou dat onze globale samenleving voor ongekende uitdagingen stellen. Moeten we ons zorgen maken? Wetenschapsjournalist Dennis Vaendel dook in de wereld van supervulkanen.

Wanneer krijgt een vulkaan het predicaat ‘super’?

Die eer is weggelegd voor vulkanen die in staat zijn om een ‘superuitbarsting’ te produceren: het krachtigste type vulkaanuitbarsting, een nummertje 8 op de zogeheten vulkanische-explosiviteits­index (VEI). Deze schaal meet de kracht van erupties aan de hand van de hoeveelheid materiaal die een vulkaan uitbraakt. In de onschuldigste gevallen (een VEI-score van 0 of 1) gaat het om een nauwelijks merkbaar pufje lava, maar bij elk trapje omhoog is het resultaat tien keer zo hevig – vergelijkbaar met de schaal van Richter voor aardbevingen. Op de hoogste trede (VEI-score 8) gaat er een gigantisch volume van meer dan 1000 kubieke kilometer aan lava, stenen en as de lucht in. ‘Als je dat volume over heel Nederland uitsmeert, zou er overal een 24 meter dikke laag materiaal liggen’, zegt vulkanoloog Elske de Zeeuw-van Dalfsen, werkzaam bij het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) en de Technische Universiteit Delft.

Dit is een premium-artikel

Lees direct verder, al vanaf €1,99 per maand. Al abonnee? Log in om direct verder te kunnen lezen.

InloggenBekijk aanbod