Het mysterie van de verdwenen katachtigen: ­gedurende een periode van enkele miljoenen jaren was er in Noord-Amerika plots geen enkele katachtige meer te vinden. Zwierven ze eerst nog over het hele continent, ineens lieten ze geen fossiel meer achter. Stierven de katachtigen werkelijk uit? En zo ja, waardoor?

Als je uitkijkt over de met struikachtige alsem begroeide ­vlakte, is het moeilijk voor te stellen dat de woestijn in het oosten van de Amerikaanse staat Oregon ooit de thuisbasis was van grote roofdieren die op sabeltandkatten leken. Het droge land met hier en daar een steile heuvel biedt niet de schuilplaatsen die nodig zijn om een prooi in een hinderlaag te kunnen lokken. Er zijn weinig bomen om in te klimmen of om de klauwen aan bij te schaven. Op sommige plekken is het enige teken van plantaardig leven een laagje korstmos op de roestkleurige hellingen. Maar dat was niet altijd het geval. ‘Deze ­dieren vonden hier 35 miljoen jaar geleden hun thuis, toen dit deel van Oregon bedekt was door een dicht oerwoud’, zegt paleontoloog Nick Famoso van het John Day Fossil Beds National Monument in Oregon. ‘Het was een subtropisch gebied waar bananen groeiden. Daar hebben we gefossiliseerde zaden van gevonden.’

Dit is een premium-artikel

Lees direct verder, al vanaf €1,99 per maand. Al abonnee? Log in om direct verder te kunnen lezen.

InloggenBekijk aanbod