Oases zijn in de geschiedenis van de mensheid vaak ­redders in nood geweest. Nu blijken ze een andere belangrijke rol te spelen. Ze zijn namelijk bronnen van buitengewone biodiversiteit, schrijft Rod Fernsham, botanicus aan de ­Universiteit van Queensland in Australië.

Beeld je in dat je in een woestijn staat. De lucht is droog, het landschap kaal. Maar voor je ligt een druppelvormig poeltje. Het is verrassend groen, met riet en graspollen. Stekelige vetplanten staan langs de zilte rand. En als je diep het kristalheldere water in kijkt, zie je verschillende slakken en pluizige bruine koepeltjes die je doen denken aan opgeschrikte zeeanemonen. Een garnaalachtig wezentje peddelt voorbij. Je ziet ook een soort bloedzuiger – maar dan eentje die felgroen is. Een visje met rode ogen en blauwe vinnen zwemt je blikveld binnen. Een andere vis, een platte bodembewoner, schiet uit wat waterplanten en laat een wolk modder opwaaien. En al deze levensvormen zijn nieuw voor de wetenschap.

Dit is een premium-artikel

Lees direct verder, al vanaf €1,99 per maand. Al abonnee? Log in om direct verder te kunnen lezen.

InloggenBekijk aanbod