Ooit begon hij als dierenarts, maar sinds de jaren zeventig bestudeert Ab Osterhaus virussen bij dieren én mensen. En daarbij zoekt hij soms het randje van het toelaatbare op – zoals tijdens de SARS-uitbraak van 2003. ‘Eigenlijk had ik een misdrijf begaan, maar uiteindelijk kreeg ik er een lintje voor.’

Het coronavirus: we ­k­onden er de afgelopen maanden niet omheen. Een dergelijke pandemie vereist een hoop onderzoek, dat onder grote tijdsdruk moet worden gedaan. Maar viroloog Ab Osterhaus is wel wat gewend: zowel bij de uitbraak van SARS in 2003 als die van MERS in 2012 speelde hij een grote rol. Inmiddels is hij 71, een leeftijd waarop de meeste mensen zijn gestopt met werken. Osterhaus weet echter niet van ophouden: op 67-jarige leeftijd werd hij nog directeur van een ­onderzoeksinstituut in Hannover, waar hij een leeg lab vulde met een groep van inmiddels zo'n honderd personen. En dat was niet de eerste keer dat hij met een schone lei begon. Door steeds nieuwe projecten te starten en successen te boeken, bouwde hij tot drie keer toe een flink team van onderzoekers op. En dankzij zijn ruime ervaring met en kennis van virussen die overspringen van dieren op mensen, is hij nog altijd een ­belangrijke autoriteit op dit gebied. Zo ook bij de uitbraak van het nieuwe coronavirus: ­SARS-CoV-2.

Dit is een premium-artikel

Lees direct verder, al vanaf €1,99 per maand. Al abonnee? Log in om direct verder te kunnen lezen.

InloggenBekijk aanbod