De bewijzen voor het bestaan van Bigfoot, de verschrikkelijke sneeuwman of het monster van Loch Ness rammelen aan alle kanten. Abominable Science maakt er gehakt van, en achterhaalt waarom sommige mensen er toch hardnekkig in blijven geloven.

Abominable ScienceDe Amerikaanse aannemer Raymond Wallace hield wel van een grapje. In de lente van 1958 doken opeens grote voetafdrukken op bij een van zijn werkplaatsen. De voetafdrukken, die zogenaamd van de mysterieuze mega-aap Bigfoot zouden zijn, waren nep – een grap van Wallace.

Een half jaar later verschenen voetafdrukken op een andere werkplaats van Wallace, ditmaal in het Amerikaanse Bluff Creek. De voetafdrukken werden gevonden door Jerry Crew, die bij Wallace in dienst was. Crew maakte van zijn vondst direct gipsafdrukken, die uitgroeiden tot de bekendste Bigfoot-sporen aller tijden.

Tegenwoordig beschouwen Bigfoot-gelovigen de tweede serie voetafdrukken nog altijd als onomstotelijk bewijs voor het bestaan van het monsterlijke wezen. Gek genoeg geven de meeste Bigfoot-gelovigen wel toe dat Wallace de eerste voetsporen zelf heeft gemaakt, en dat hij na de vondst in Bluff Creek jarenlang voor de grap nepsporen maakte, schrijft journalist Daniel Loxton in zijn boek Abominable Science.

Loxton raakte in zijn jeugd verslingerd aan legendarische onontdekte monsters, zoals Bigfoot. Als journalist ging hij schrijven voor sceptische media waarin de pseudowetenschap onderuit werd gehaald. Samen met paleontoloog Donald Prothero besloot hij een bundeling te maken van de huidige stand van zaken in de zogeheten cryptozoölogie, het vakgebied dat zich bezighoudt met het onderzoek naar onbekende levensvormen. Het resultaat is een boek dat de gebrekkige wetenschappelijke praktijk in het vakgebied blootlegt.

Abominable Science leest als een opsomming van vermakelijke missers. Zo beschrijft Loxton in het hoofdstuk over Bigfoot hoe moderne Bigfootonderzoekers het verband verzwijgen tussen de sporen bij Bluff Creek en de bekende nepper Wallace. Hoewel bij Wallace later zelfs een stel houten neppoten werd gevonden die hij onder zijn schoenen kon binden om sporen te maken, benadrukken Bigfoot-gelovigen liever dat die neppoten niet overeenkomen met de afdrukken uit Bluff Creek.

In de rest van het hoofdstuk halen Loxton en Prothero ook de overige ‘Bigfootbewijzen’ genadeloos onderuit. De feiten die de auteurs naar boven halen zijn regelmatig zowel hilarisch als een tikje gênant – voor de gelovigen onder ons.

Toch behandelen Loxton en Prothero de onderwerpen nergens met een neerbuigend toontje. Het is goed te merken dat beide heren zelf ook ooit bezeten waren van deze mythische wezens.

Door het grondige fileren van bewijsmateriaal leest Abominable Science als een fijne basisles in wetenschappelijk denken. Het voordeel is dat de les wordt uitgelegd met heerlijk bizarre voorvallen en intrigerende wezens waarvan de auteurs, net als waarschijnlijk de meeste lezers, stiekem hopen dat ze tóch bestaan.

  • Abominable Science
  • Daniel Loxton en Donald R. Prothero
  • Columbia University Press
  • € 29,95