Biologen weten best wel dat de mens niet het hoogtepunt van de evolutie vormt, zelfs niet als je alleen naar de gewervelden kijkt. Toch sluiten evolutieboeken daar wel steevast mee af. Wat is dan wel de fraaiste gewervelde die de evolutie heeft voortgebracht?

Lesje omslag 1001004011450512

Het duurde lang voordat wetenschappers doorhadden dat vogels niet alleen van dinosauriërs afstammen, maar in feite ook zelf dino’s zijn. Bekijk maar eens een afgekloven kippenpootje, en vergelijk die met de fossiele poot van een T. rex. Los van de grootte zie je nauwelijks een verschil.

De gewervelde dieren die anno nu op de wereld rondlopen zitten vol sporen van een lange evolutionaire voorgeschiedenis, blijkt in De vis die aan land kroop. Daarin zet bioloog Jelle Reumer zeer helder uiteen hoe primitieve zeewormpjes een half miljard jaar geleden een evolutionair pad insloegen dat uitmondde in een onvoorstelbaar grote variatie aan gewervelde diersoorten.

Een belangrijk organisme in het verhaal is de tiktaalik. Dat dier is in zekere zin de eerste viervoeter: een vis met vier poten die de voorkeur gaf aan een leven op het land. Reumer beschrijft welke hordes het dierlijk leven moest overwinnen om in die nieuwe omgeving te kunnen floreren.

Het boek is in feite een tekstuele uitwerking van een hoorcollege dat de bioloog twee jaar geleden uitbracht in de serie NRC Academie. Het boek biedt echter enkele voordelen, bijvoorbeeld grafieken en schematische indelingen die mondeling niet echt uit de verf komen.

Welk dier is in de ogen van Reumer het voorlopige hoogtepunt binnen de gewervelden? Daarvoor moeten we niet kijken bij de zoogdieren, maar bij de vogels. Die hebben als enige dinosaurusgroep weten te overleven. En hoe: bij een doorsnee natuurwandeling kun je met gemak tientallen vogelsoorten spotten. Vogels vind je overal en zijn het ware succesverhaal van de evolutie. De hoofdprijs gaat naar de kolibrie, die toverachtige vogel die in de lucht kan stilhangen en achteruit vliegen. Dat doet geen mens hem op eigen kracht na.