In De vitaminepioniers neemt Rob van den Berg lezers mee op het kronkelende pad dat leidde tot de ontdekking van vitamines.

De bekendste miskende wetenschapper is wellicht Rosalind Franklin, die de structuur van DNA ontdekte, maar daar geen erkenning voor kreeg. Wetenschapshistoricus Rob van den Berg geeft haar Nederlandse evenknie Gerrit Grijns in De vitaminepioniers ruim een eeuw na dato eindelijk erkenning voor zijn aandeel in de ontdekking van vitamines.

Beriberikippen

Het verhaal achter de ontdekking van vitamines begint in de tweede helft van de 19de eeuw in Indonesië, waar een mysterieuze zenuwziekte, beriberi, veel slachtoffers maakte. Kolonisator Nederland stuurde verschillende medische expedities om de oorsprong van de ziekte te achterhalen. Tevergeefs zochten artsen naar een verantwoordelijke bacterie. Zo ook Christiaan Eijkman, die besmette kippen onderzocht.

Een pure toevalligheid zette Eijkman op een ander spoor. Toen een nieuwe kok een ander soort rijst aan de kippen gaf, knapten de dieren plots op. Zo ontdekte Eijkman dat het type voedsel bepaalde wie ziek werd en wie niet. Voor deze observatie zou hij later een Nobelprijs ontvangen.

Hier stokte Eijkmans bijdrage aan de ontdekking van vitamines. De denkstap dat mensen niet ziek werden doordat ze een verkeerde stof binnenkregen, maar ziek werden doordat ze een gezonde stof níét binnenkregen, was te groot. Deze werd gezet door zijn assistent Gerrit Grijns. Eijkman weigerde lang het bestaan van vitamines te erkennen, tot ze in 1926 (vier jaar voor zijn dood) onder de microscoop zichtbaar werden.

Mislukkingen en toevalstreffers

Mede door de exotische setting en het grondige bronnenonderzoek van Van den Berg leest De vitaminepioniers meer als een avonturenroman dan als een boek over wetenschapsgeschiedenis. Als het verhaal één ding kraakhelder maakt, is het dat wetenschappelijke vooruitgang in de praktijk een chaotische aaneenschakeling van mislukkingen en toevallige vondsten is.

Daarnaast onthult De vitaminepioniers dat wetenschappers niet per se sympathieke mensen zijn, die soms het talent ontberen om hun eigen ongelijk te erkennen. Eijkman heeft bij zijn toespraak in Stockholm, toen hij zijn Nobelprijs in ontvangst nam, de naam van Grijns niet eens genoemd.

Misschien zit er een zekere symboliek in dat het onduidelijk is waarom het Nobelcomité Eijkman de prijs toekende en Grijns niet. Niet alleen zijn ontdekking, maar ook zijn erkenning berustte uiteindelijk op toeval.