Een immense wereld laat de schellen van je ogen vallen: Ed Yong toont hoe je de realiteit zou zien met andere zintuigen.

Onze beschrijving van de werkelijkheid berust op onze zintuigelijke waarnemingen. Maar onze zintuigen nemen slechts een deel van de wereld om ons heen waar. Let wel, ónze zintuigen. Andere diersoorten kunnen verschijnselen die buiten ons zintuigelijke spectrum liggen wel degelijk registreren. Een immense wereld van wetenschapsjournalist en Pulitzerprijs-winnaar Ed Yong gaat over deze voor de mens verborgen werkelijkheid.

Andere kwaliteit, andere functionaliteit

Dat sommige dieren bepaalde zintuigen veel verder ontwikkeld hebben dan de mens, is op zich geen verrassing. Iedereen kent bijvoorbeeld wel de drugshonden van de marechaussee die allerlei verboden zaken feilloos kunnen ruiken. Dergelijke trucjes zijn zeker indrukwekkend, maar nog interessanter is om te kijken hoe een zintuigelijk palet het gedrag, de communicatie en de realiteitszin van een diersoort beïnvloedt.

Yong analyseert hoe verschillen in de kwaliteit van de zintuigen ook leiden tot een compleet andere functionaliteit ervan. Een vleermuis hoort bijvoorbeeld niet alleen beter dan de mens, hij gebruikt zijn gehoor ook om door middel van echolocatie een ruimtelijk beeld van zijn omgeving te krijgen. Zo’n andere functie van zintuigen heeft een cruciale invloed op het gedrag en de belevingswereld van een soort. Je kunt het verschil in zintuigelijke scherpte tussen diersoorten zien als het verschil tussen een een vaste huistelefoon en een iPhone: de kwaliteitsverbetering zorgt voor een complete omslag in de rol die de telefoon in ons leven speelt – en hoe afhankelijk we ervan zijn.

Tot leven gewekt

Vanuit dit perspectief blijkt opeens dat dierlijk gedrag dat op ons heel indrukwekkend overkomt, dat in feite helemaal niet is. Dieren maken alleen op een volstrekt andere manier gebruik van hun zintuigen. In enkele gevallen gebruiken ze zelfs voor ons geheel onbekende zintuigen. Zo zijn er bepaalde uilen die over extreem lange afstanden kunnen navigeren doordat ze het magnetische veld van de aarde ‘voelen’.

Dit soort biologische weetjes zijn leuk voor borrels, verjaardagsfeestjes en recensies, maar zijn niet de grootste kracht van het boek. Die schuilt vooral in de wijze waarop Yong de onwaarneembare realiteit tot leven weet te wekken. Het klinkt misschien lastig om je een wereld voor te stellen waarin je grotendeels blind en doof bent, maar Ed Yong laat ons zien hoe het hoort.