Het eiland dat Higgs heet biedt zijn lezers een rondleiding door een nieuw gebied binnen de deeltjesfysica.

Deze zomer tien jaar geleden werd op CERN de ontdekking van het higgsdeeltje bekendgemaakt. In Het eiland dat Higgs heet blikken Stan Bentvelsen en Martijn van Calmthout, respectievelijk directeur en hoofd communicatie van deeltjesinstituut Nikhef, terug op deze mijlpaal en wat daarop volgde. Daarbij is Higgs in het boek een pas ontdekt eiland, met een kust, een hoofdstad, een achterland, bergen, en trekpleisters met namen die verwijzen naar andere deeltjes, zoals Tau Flats en Top Hill.

Fragmentarisch

Helaas is het boek een wat fragmentarisch geheel geworden. De eigenlijke tekst wordt voortdurend onderbroken door vetgedrukte stukken uitleg, die pagina’s lang kunnen zijn en soms dubbelen met andere delen van het boek. Tussen de hoofdstukken in zijn bovendien korte intermezzo’s geplaatst waarin Bentvelsen herinneringen ophaalt.

Volgens de inleiding is het boek verder nadrukkelijk niet bedoeld voor specialisten, maar voor ‘de algemene reiziger in de deeltjeswereld’. Toch is enige voorkennis wel degelijk vereist. Daar staat tegenover dat ook de al wat beter ingevoerde lezer zeker nieuwe dingen te weten komt over het deeltje dat een decennium geleden werd gevonden. Maar de reis blijkt wat moeizamer dan de brochure deed vermoeden.