In Immuun voor nepnieuws helpt Sander van der Linden je weerstand op te bouwen tegen misinformatie.

Dat de wereld stiekem geleid wordt door reptielen, vermomd als mensen, zullen de meesten niet geloven. Maar op kleinere schaal blijkt nepnieuws bijzonder hardnekkig. Iedereen is er vatbaar voor (ja, ook jij). Dat is niet zonder gevaren. ‘Nepnieuws kan levensgevaarlijk zijn’, schrijft Sander van der Linden, hoogleraar sociale psychologie aan de Universiteit van Cambridge in het VK, in het boek Immuun voor nepnieuws.

De risico’s van nepnieuws onderstreept hij met voorbeelden. Neem de Engelsman Michael Whitty, die ervan overtuigd raakte dat de nieuwe 5G-telefoonmasten een rol speelden in de coronapandemie en op 5 april 2020 een telefoonmast in brand zette. Of de bewering dat de Democraten op grote schaal stemfraude hadden gepleegd bij de Amerikaanse verkiezingen, wat leidde tot de bestorming van het Capitool in 2021.

Van der Linden, die al onderzoek deed naar nepnieuws voordat de term wijdverspreid raakte, is de ideale gids in de wereld van de verzonnen waarheden. Hij legt uit waarom mensen in nepnieuws trappen, hoe het zich verspreidt – denk aan de echokamers van (mis)informatie die je ingezogen kunt worden op YouTube – en hoe je hersenen pogen om feit en fictie te onderscheiden. Je brein doet ook maar een gok, door nieuwe aanwijzingen te combineren met dingen waarvan je weet dat ze waar zijn.

Het boek biedt ook oplossingen. Het leert je niet wat je van de huidige stroom aan informatie moet geloven. Maar je krijgt wel hulp om ‘het gebruik van de ‘zwarte kunst van manipulatie’, en dus pogingen tot beïnvloeding van jouw ideeën, op het spoor te komen en te counteren.’

Daartoe benadert Van der Linden nepnieuws als een virus en biedt hij een vaccin tegen misinformatie in de vorm van elf hoofdstukken met elf ‘psychologische antigenen’. Die moeten je helpen om weerstand op te bouwen tegen nepnieuws, net zoals de antigenen die een immuunreactie veroorzaken in je lichaam.