Hoe ontstond het heelal? En wat is er na de dood? Het korte antwoord: daar zijn wetenschappers nog niet uit. Toch doet Peter Mooij in Onze hersenen van sterrenstof een dappere poging om deze en zeven andere grote vragen wetenschappelijk te beantwoorden. En die antwoorden zijn verrassend bevredigend.

Over het algemeen slaagt Mooij er goed in om lastige concepten uit te leggen, vaak met vergelijkingen. Zo legt hij kernfusie uit met een analogie tussen atomen en ijsbolletjes: je maakt een bolletje aardbeienijs door twee bolletjes vanille-ijs heel hard tegen elkaar te drukken.

Soms slaat hij wat door in jip-en-janneketaal of gebruikt hij juist iets te veel vaktermen. Zo legt hij wel uit dat de eencellige levensvorm E. coli uit één cel bestaat, maar is zijn uitleg over thermodynamica af en toe iets lastiger te volgen.

Dit alles maakt hij echter meer dan goed met de duidelijke samenvatting waarmee hij elk antwoord afsluit. En als kers op de vanille-ijstaart leukt Joke van Leeuwen elk hoofdstuk op met een kunstig gedicht. Daardoor heb je een onaardse wilskracht nodig om dit boek voor het einde weg te kunnen leggen.