In Onzichtbaar leven voert bijzonder hoogleraar wetenschapsgeschiedenis Dirk van Delft je mee naar 1670. Een tijd waarin iedereen geloofde dat leven spontaan ontstond uit dode materie, tot Antoni van Leeuwenhoek (1632-1742) het tegendeel bewees.

Deze complete biografie verhaalt over zijn ontdekking van ‘kleijne diertgens’ (microben), en daarmee over het ontstaan van de microbiologie. Met een zelfgebouwde microscoop ter grootte van een luciferdoosje kon Van Leeuwenhoek objecten tot 250 keer vergroten; fenomenaal voor die tijd. En dat terwijl hij niet eens een academicus was.

Naast zijn lakenhandel leerde Van Leeuwenhoek ’s avonds glasblazen om lenzen te maken. Van Delft schrijft een toegankelijk monument voor hem in Onzichtbaar leven, vol fraaie anekdotes. Die worden wel erg gedetailleerd verteld, waardoor het boek vooral een delicatesse is voor de liefhebber van wetenschappelijke biografieën.