In Over zingende muizen en piepende olifanten beschrijft dierkundige Angela Stöger het grote repertoire van geluiden dat dieren tot hun beschikking hebben, van het gebrul van koala’s tot het gezoem van giraffen.

Erg diepgaand is het boek niet. Stöger geeft uitleg over geluidsgolven en verschillende soorten strottenhoofden, maar dat is grofweg waar de wetenschappelijke kant van het boek ophoudt. Doorgewinterde wetenschapsliefhebbers zullen hun honger dan ook niet gestild zien.

Vooral boeiend is de verhouding tussen dier en mens die Stöger op sprekende en soms confronterende wijze blootlegt. Dieren maken bijvoorbeeld met geluiden duidelijk dat ze gevoelens hebben, en toch scheiden we kalveren van hun moeders.

Al met al is Over zingende muizen en piepende olifanten het lezen waard. Stöger beschrijft dierentaal met een verwondering die aanstekelijk is, waarbij ze strooit met anekdotes uit haar eigen onderzoek. Doordat het boek oppervlakkig blijft, is het vooral een aanrader voor de nieuweling in het domein van dierentaal.