Zijn we echt zo irrationeel als je vaak hoort? Helemaal niet, betoogt filosoof Maarten van Doorn in zijn boek Waarom we beter denken dan we denken.

Moedeloos zou je ervan worden. Mensen geloven de gekste dingen: van het onwaarschijnlijkste nepnieuwtje tot de bizarste complottheorie. En betrouwbare informatie of steekhoudende argumenten hebben geen zin, want mensen laten zich leiden door hun emoties, hebben allemaal hun eigen waarheid, vinden wetenschap ook maar een mening, en blijven halsstarrig in hun loopgraaf zitten.

Of… zijn we met z’n allen eigenlijk best rationeel? Barsten we niet van de ingebakken denkfouten, maar is de manier waarop we onze standpunten vormen én bijstellen best slim? Dat betoogt filosoof Maarten van Doorn in Waarom we beter denken dan we denken.

Neem confirmation bias: het idee dat we informatie altijd zo interpreteren dat die ons eigen wereldbeeld bevestigt. Dat klinkt in eerste instantie als een kwalijke manier van denken, die voorkomt dat we ooit van mening veranderen. Maar, zo betoogt Van Doorn: eigenlijk is het eerder rationeel dan irrationeel dat je je bestaande overtuigingen meeneemt als je nieuwe informatie beoordeelt.

Bovendien blijkt uit onderzoek dat we wel degelijk van standpunt veranderen als daar goede redenen voor zijn. Alleen schuiven we dan een paar procentpunt op, in plaats van dat we omslaan als een blad aan een boom. En ook dat is rationeel, schrijft Van Doorn. ‘Eén artikel, argument of filmpje kan slechts een handvol ingrediënten toevoegen aan het gigabrouwsel waaruit een mening doorgaans is opgebouwd.’

Zo voorziet Van Doorn nog tal van voorbeelden van vermeende irrationaliteit van flinke kanttekeningen, of verwijst hij ze zelfs ronduit naar het rijk der fabelen. Uiteindelijk zijn de meeste mensen in de meeste gevallen wel degelijk vatbaar voor goede argumenten, is de uitkomst. En het kleine groepje waar dat niet voor geldt, moeten we niet groter maken dan het is. Want die denkfout maken we dan weer wel.