Wat kunnen we leren van de beste gedragswetenschappers van Nederland? Vittorio Busato interviewde honderd zwaargewichten op het gebied van psychologie, pedagogie en onderwijskunde. ‘Ze hebben de impliciete drive om de wereld te verbeteren.’

Wanneer ons brein knarsend tot stilstand komt; wanneer we er niet uitkomen bij het opvoeden van ons kroost; wanneer we raad nodig hebben bij het lesgeven, dan zoeken we hulp bij de wetenschap die ons op weg kan helpen. Bij psychologie, pedagogiek of onderwijskunde, dus. Deze gedragswetenschappen lijken nu zo vanzelfsprekend dat we ons slecht kunnen voorstellen dat ze ooit niet bestonden. Toch werd de wetenschappelijke basis voor psychologie in Nederland pas 130 jaar geleden gelegd. Toen kreeg de Groningse filosoof en psycholoog Gerard Heymans subsidie voor een psychologisch laboratorium.

Vittorio Busato is geïntrigeerd door gedragswetenschappelijke pioniers. Busato is psycholoog, schrijver en journalist. Hij interviewde sinds 2012 honderd van zulke grondleggers. Met gedragsbioloog Jan van Hooff maakte Busato eind februari het honderdtal gesprekken vol.

Waarom je beter voor drie dagen boodschappen kunt doen dan voor een hele week
LEES OOK

Waarom je beter voor drie dagen boodschappen kunt doen dan voor een hele week

‘Weggooien is zonde’, meldt de supermarkt als een product bijna over de datum is. Klopt, maar zodra aan het woord ‘afva ...

Het zijn vrijwel allemaal gepensioneerde hoogleraren, toponderzoekers, veelal hoogbejaard. Sommigen zijn inmiddels overleden, waardoor het interview wint aan uniciteit. Mensen zoals Nico Frijda (functieleer en emotietheorie): ‘Frijda heeft baanbrekend werk verricht op het gebied van begrijpen van gelaatsexpressies en menselijke emoties.’

Busato sprak ontwikkelingspsychologen Dolph en Rita Kohnstamm: ‘Dolph Kohnstamm is gepromoveerd op het werk van de Zwitserse kinderpsycholoog Jean Piaget en heeft diens gedachtegoed verspreid.’ Piaget stelde onder andere dat kinderen tot hun achttiende jaar in vier leeftijdsfasen leren denken, waarbij uiteraard de omgeving waarin ze opgroeien van invloed is. ‘Maar Dolph Kohnstamm hoort bijvoorbeeld ook bij de groep die Sesamstraat naar Nederland heeft gehaald.’

Busato sprak verder bijvoorbeeld met de Groningse psycholoog Wim Hofstee: ‘Hij heeft belangrijke bijdragen geleverd aan de Big Five persoonlijkheidstheorie.’ Die theorie wordt bijvoorbeeld gebruikt bij sollicitatieprocedures, en stelt dat er vijf brede persoonlijkheidskenmerken zijn: extraversie, emotionele stabiliteit, altruïsme, openheid voor ervaringen, en consciëntieusheid.

Gestolde herinneringen

De interviews belichten zowel hun wetenschappelijke werk als hun persoonlijke verhalen. Busato: ‘Er is weinig oog voor de geschiedenis van het vak. Deze serie is hopelijk een historisch monumentje voor de Nederlandse gedragswetenschappen.’

Onder de vlag van het Archief en Documentatiecentrum van de Nederlandse Gedragswetenschappen (ADNG) sprak Busato de wetenschappers stuk voor stuk ongeveer een uur, met een camera erbij. Hij zette deze films bij wijze van oral history, gesproken geschiedenis, openbaar toegankelijk op de site van het ADNG. Busato: ‘Oral history maakt de wetenschap persoonlijker. Ik vraag de geïnterviewden uit welk milieu ze komen, naar het waarom van hun studiekeuze, naar het werken aan publicaties. En ik laat ze terugblikken op hun carrière: waarvan heeft u achteraf gezien de meeste voldoening? Van uw proefschrift, een student, een idee?’

Honderd coryfeeën interviewen in elf jaar tijd is een enorme klus. Wat wilde Busato hiermee bereiken? ‘Jonge studenten en gedragswetenschappers iets van de oude garde laten zien, erfgoed doorgeven. Zoiets als ‘gestolde herinneringen’ vastleggen. En indirect een eerbetoon brengen aan deze grondleggers. Het is ook leuk voor de jongere garde om te zien waar ze ‘bij horen’, zeg maar. En ik kies dan voor het interview, omdat dat een persoonlijke, laagdrempelige vorm is voor jonge studenten en vakgenoten om kennis van te nemen.’

Rode draad in de gesprekken, zegt Busato, is de motivatie van de gepensioneerde hoogleraren. ‘Ze hebben de impliciete drive om de wereld te verbeteren. Met het ouder worden, worden ze zich daar ook meer van bewust. Ieder geeft op zijn eigen manier vorm aan de oneindige rijkheid en gevarieerdheid van de gedragswetenschappen.’

Persoonlijke verhalen

Busato vindt het mooi de wetenschappers te laten reflecteren op hun loopbaan. ‘Wat ik ze graag vraag: als je, met alle wijsheid van nu, opnieuw mocht beginnen, zou je dan wéér psycholoog, pedagoog, onderwijskundige worden? Wat namelijk opvalt, is dat de mens die jij wilt helpen of bestuderen je altijd weer ontglipt. Belangrijkste conclusie na honderd interviews is dat de gedragswetenschappen verbazingwekkend breed, rijk en ongrijpbaar zijn.’

Wanneer je honderd mensen aan het woord laat over één vakgebied, krijg je dan niet aldoor varianten op dezelfde antwoorden? ‘Nee, het blijken tamelijk unieke verhalen. Juist omdat dit zo’n breed palet aan wetenschappers is, en ook omdat de sprekers gespreid in de tijd hebben gewerkt.’

Het mooiste vindt Busato de persoonlijke verhalen, de dingen die mensen in de setting van zo’n interview durven te vertellen. Zoals klinisch psycholoog Paul Emmelkamp, die als kind werd gepest met zijn prominente voortanden en vanwege dat gebit voor ‘Broer Konijn’ werd uitgescholden. Of het verhaal van onderwijspedagoog Jan Terwel, die zijn onderwijsloopbaan begon op de LTS, en treetje voor treetje opklom tot hoogleraar. Zoiets geldt ook voor psycholoog Liesbeth Woertman, die tienermoeder werd, van school ging en uiteindelijk via de avondmavo haar opleiding voortzette.

Busato: ‘Ik heb me steeds het meest verbaasd over de mens, over de persoon achter het werk; minder over de wetenschapper en de publicaties.’

De interviews met de honderd gedragswetenschappers zijn te zien via: www.adng.nl/nl/oral-history.