Iedereen doet het dagelijks: liegen. Maar wat is de beste methode om een leugenaar te ontmaskeren? Vergeet het friemelen, zweten en wegkijken, zegt forensisch psycholoog Bruno Verschuere, maar let op de details in het verhaal.

Hoe staat het met ons lieggedrag?

‘We doen het gemiddeld een à twee keer per dag, blijkt uit onderzoek. We hebben dat zelf ook getest met ons Leugenlab, bij de bezoekers van Nemo. De helft van de bezoekers vertelde nooit te liegen, terwijl 5 procent beweerde heel veel te liegen. De vraag is natuurlijk wel: misschien liegen de mensen over het aantal leugens. Wel weten we dat mensen die zeggen vaak te liegen ook daadwerkelijk vaker liegen in het Lab. Helaas bestaat er geen neus van Pinokkio.

Mensen liegen vaak om hun gedrag te rechtvaardigen. Er is niemand die door rood rijdt en dan tegen de verbaliserende agent zegt: ja geef die bon maar, ik zag dat het rood was maar reed gewoon door. Mensen bedenken dan graag een smoesje, als haast of dat ze dachten door oranje te rijden.’

AI verbetert hoekschop
LEES OOK

AI verbetert hoekschop

Kunstmatige intelligentie kan voetbaltrainers helpen bij het verbeteren van hoekschoppen. Experts vinden de AI-suggesties voor hoekschopopstellingen i ...

Waarom bent u op zoek gegaan naar een nieuwe manier van leugendetectie?

‘Omdat de bestaande verbale leugentests onvoldoende effect sorteren. Die combineren verschillende signalen, zoals in hoeverre een verhaal consistent is, direct, aannemelijk, en emotioneel. Het probleem is dat die signalen vaak zwak zijn en ook wel eens tegen elkaar in wijzen, wat het ontmaskeren alleen maar ingewikkelder maakt.’

En lichaamstaal dan, friemelende handen, ogen die wegkijken?

‘Dat is een doodlopend straatje. De wetenschap heeft de lichaamstaal allang links laten liggen. Met name die ogen die wegkijken is totale onzin. Wij Vlamingen en Hollanders kijken elkaar aan, maar in andere culturen is dat helemaal niet zo. In België wordt de leugendetector gebruikt in het strafrechtelijk onderzoek. Die meet zweetreactie, bloeddruk en ademhaling. Maar ja, als men u in een verhoorkamer vertelt over een gruwelijk misdrijf, en vervolgens vraagt of u de dader bent, dan is de kans groot dat u gestrest reageert, om het even of u het gedaan heeft.’

Wat is volgens u dé methodiek?

‘Let alleen maar op de details in een verhaal. Intuïtief is het misschien raar om alleen te luisteren naar wat mensen zeggen en niet te letten op allerlei andere signalen, zoals hoe overtuigend of emotioneel iemand zijn verhaal brengt. Maar mensen die de waarheid vertellen, kunnen een rijke beschrijving geven omdat ze de gebeurtenis echt hebben meegemaakt. Leugenaars vertellen zo min mogelijk, elk detail is een risico op ontmaskering.’

Hoe bent u tot die conclusie gekomen?

‘Op het Leugenlab van de UvA ontwikkelden we een leugentest waarbij de ene groep studenten de opdracht kreeg om een tentamen te jatten en te kopiëren. We gaven ze een sleuteltje om de kluis te openen. De andere groep kon een halfuurtje chillen op de campus. Na afloop werden beide groepen ‘beschuldigd’ van diefstal en werden zij daarover ondervraagd. Zo kregen we ware en gelogen verklaringen, die we aan een grote groep mensen voorlegden.

De controlegroep kreeg geen hulp bij het beoordelen van de verklaringen als waar of gelogen. Ze deden het niet beter dan kansniveau, 50 procent Maar als we mensen de aanwijzing meegaven om alleen te letten op de hoeveelheid details in het verhaal, zoals het noemen van plaats, tijd en persoon, dan waren de resultaten aanmerkelijk beter. Die studenten konden heel goed analyseren wie zijn verhaal verzon en wie de waarheid sprak.

Een waarheidspreker heeft niets te verbergen en zal vertellen dat hij zijn vriend Mark is tegengekomen, een waterijsje heeft gekocht van 95 cent, en dat vriendin Sunita de telefoon niet opnam. Een leugenaar zal zijn verhaal veel kaler houden. Slimmeriken komen wel met details, vertellen dat ze in een drukke lift hebben gestaan, maar dan weten ze weer net niet wie daar in stonden. Want ja, als je een naam noemt, kun je ontmaskerd worden.

We hebben het experiment daarna nog negen keer herhaald om uit te sluiten dat het om een toevalstreffer ging. Elke keer werden we bevestigd: de studenten kwamen tot een score van 70 procent.’

Is uw methode ook relevant voor de opsporingspraktijk van de politie of in de rechtspraak?

‘Ik bied met mijn methode geen 100 procent pakkans, maar het helpt zeker in combinatie met andere bewijsmiddelen. Ook professionals hebben hun eigen mythen. Een rechter in Canada vroeg eens een moslima om haar nikab af te doen, zodat hij haar letterlijk en figuurlijk goed in de ogen kon kijken. Ook hij vertrouwde weer op die lichamelijke signalen. Terwijl die door de wetenschap al lang bij het oud vuil zijn gezet.’

Heeft u nog een tip voor de lezer, als die vermoedt dat zijn partner hem bedondert?

‘Ten eerste: vergeet alles wat je al denkt te weten, ga niet af op vermoedens. Moedig hem of haar aan om het hele verhaal eens te vertellen, alsof ze een film afspelen. En dan goed luisteren.’

Bruno Verschuere
Bruno Verschuere, hoofddocent forensische psychologie aan de Universiteit van Amsterdam. Beeld: UvA/Danny Schwarz