De studenten die vanaf deze week vakken volgen bij ‘beweegprofessor’ Erik Scherder krijgen een primeur. De hoogleraar neuropsychologie onderbreekt voortaan zijn colleges tweemaal om collectief een aantal bewegingsoefeningen te doen.
Neuropsycholoog Erik Scherder zet zijn queeste om Nederlanders meer te laten bewegen met onverminderde energie voort. Dat de regering op het gebied van preventie, bewegen en sport geen nieuwe ambities heeft geformuleerd, doet daar niets aan af.
Als Scherder in de buurt is, gebeurt er meestal iets onverwachts. Het moment dat hij tijdens De Wereld Draait Door aan Matthijs van Nieuwkerk vraagt of hij erbij mag gaan staan behoort inmiddels tot de tv-klassiekers. Net zoals zijn theaterpubliek er niet over uitgepraat raakte toen hij tijdens een optreden het refrein van het kinderlied Een Nederlandse Amerikaan inzette. Terwijl hij zong ‘Van voor naar achter, van links naar rechts’ bewoog hij met zijn lichaam precies in tegenovergestelde richting.
Hoe zorg je voor je microbioom?
Goede voeding, genoeg slaap, weinig stress en een fijn sociaal leven: er zijn genoeg manieren om het microbioom een handje te helpen.
Op een warme julimiddag op het terras heeft Scherder zojuist drie kwartier uitgebreid zitten vertellen over wat er allemaal in je lichaam en brein gebeurt als je niet beweegt. Nou is dat uit zijn mond niets nieuws, maar Scherder is naar eigen zeggen oprecht teleurgesteld dat ook de nieuwe regering, met nota bene twee wetenschappers op ministerposten, deze handschoen niet heeft opgepakt. En ook nu doet Scherder iets onverwachts.
‘Goed voorbeeld doet goed volgen’, zegt hij met een glimlach terwijl hij zijn lege koffiekopje opzij schuift en opstaat. ‘Niet alleen kinderen en oudere mensen moeten meer bewegen, ook mijn eigen studenten. Daarom heb ik aan de rector van de Vrije Universiteit Amsterdam toestemming gevraagd om twee keer mijn college te onderbreken voor een aantal oefeningen.’
Aanschouwd door de mensen op het terras, maant hij de verslaggever op te staan, vervolgens goed door de knieën te zakken en met gevouwen handen in de lucht de cijfers een tot en met tien te maken. ‘Doe dit een paar keer per dag en je zal in no time het verschil voelen’, zegt hij, waarna hij snel een slokje water neemt.
Wat kunnen uw studenten precies verwachten?
‘Vanaf 1 september zal ik ze elk half uur uit de banken halen en doe ik een aantal oefeningen met hen, net zoals ik net met jou net de cijfers heb gemaakt. Het duurt drie minuten. Ik hoop dat de Vrije Universiteit zo de sportiefste universiteit van Nederland wordt en dat andere universiteiten denken: daar is wat aan de hand.
De reden dat ik dit doe, is simpel. Door te bewegen word je gevoelig voor insuline. Daardoor heb je minder kans op diabetes-2, hart- en vaatziekten en overgewicht. Precies de problemen waar we wereldwijd mee kampen. Als we klaar zijn met de oefeningen is de doorbloeding weer op orde en de suikerhuishouding weer oké.’
Niet alleen op de universiteit maar ook in het basisonderwijs wordt te weinig bewogen.
‘Daarover maak ik me grote zorgen. Er is afscheid genomen van het muziekonderwijs ten gunste van rekenen en taal. En wat blijkt na vijf jaar? Het rekenniveau is niet verbeterd, sterker: het is verslechterd.
Bewegen is net als muziek goed voor de ontwikkeling van de hersenen van de kinderen. Als je dat inbouwt in het lesprogramma, dan kunnen zaken zoals rekenen en taal er wellicht juist op vooruitgaan.’
Wat is het nou echt het probleem?
‘Het ontbreken van kennis en het gebrek aan durf. Het spijt me, maar ik heb geen beter antwoord. Ik snap het niet. Als je een vak als muziek weer in het lesprogramma opneemt, snijdt het mes aan twee kanten. Je ontlast het reguliere onderwijs, de docent krijgt even adempauze en de omgeving van het opgroeiende kind wordt verrijkt.’
Soms gebeurt dit al. Dennis Wiersma, de minister van Primair en Voortgezet Onderwijs, spreekt in dat verband vol trots van ‘de rijke school’.
‘Ik kan hier maar op een manier op reageren, en dat is met het woord ‘triest’. Dat heb ik ook tegen de minister gezegd, toen ik hem een aantal maanden geleden sprak. Zijn voorgangers hebben allemaal het onderwijs verarmd door continu te focussen op cito-scores en nu komt hij met wat hij noemt de rijke school. We verplichten onze kinderen wel om naar school te gaan voor de cognitieve ontwikkeling, maar de fysieke ontwikkeling is nog altijd geen onderwerp. Na het gesprek met Wiersma heb ik helaas niks meer van hem vernomen.’
U doet ook een oproep aan Robbert Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
‘We hebben een hoogleraar natuurkunde als minister. Welk ander land kan dat zeggen? Als geen ander kan hij vertellen wat de goede invloed van kunst is op het brein. Hij moet beslist ook weten dat dit net zo goed geldt voor bewegen. Kinderen op bijvoorbeeld het vmbo zitten veel te veel stil. Hij kan daarin verandering brengen. Hij moet alleen het voortouw nemen, net zoals ik nu doe op de Vrije Universiteit. Het gaat om de verrijkte omgeving die het kind steeds op een andere manier prikkelt. Dan moet je eens kijken wat er gebeurt met het brein.’
Wat u zegt, is niet nieuw. Wereldgezondheidsorganisatie WHO sprak in 2012 al over ‘bewegingsarmoede’.
‘Dat klopt. Tien jaar later is er nog weinig veranderd. In officiële kringen wordt er altijd over 2040 gesproken, wat erop neerkomt dat de overheid terugrekenend dertig jaar nodig heeft om deze verandering teweeg te brengen. Ze willen dat 75 procent van de mensen dan voldoet aan de beweegnorm.
Het trieste is dat die norm inmiddels is achterhaald. Per week moet minimaal 150 minuten worden bewogen en het streven moet zijn gericht op minstens 210 minuten per week. Het komt erop neer dat iedereen 30 minuten per dag aan een stuk moet bewegen.’
In hoeverre kun je als overheid zoiets opleggen?
‘Een eenvoudige maatregel, zoals het zitten op scholen onderbreken, lijkt me toch niet heel lastig. Half uur zitten, drie minuutjes bewegen en in die tijd kun je ook nog sommen oplossen. Hoe mooi is dat? Kost geen een euro extra. Dat kun je zien als een begin. Het spreekwoordelijke steentje in de vijver.
Maar ik ben voor veel meer maatregelen. Het ministerie van Onderwijs zou eigenlijk moeten worden omgedoopt in het ministerie van Ontwikkeling. Omdat het gaat over de cognitieve én fysieke ontwikkeling van de kinderen. Loop een willekeurige school binnen en er is geen kind aan te wijzen dat nog in een touw kan klimmen. Dat kan toch niet?’
We kennen u als de vrolijke professor die bij De Wereld Draait Door op de tafel klimt en in het theater het refrein van Een Nederlandse Amerikaan zingt. U lijkt echt boos.
‘Ik ben niet boos, maar ik wil wel de ernst van de bewegingsarmoede benadrukken. Noem het strijdvaardig. Ik ben een beetje klaar met de slappe verhalen. Als ik door een ministerie puur voor de vorm wordt uitgenodigd, zonder dat er de intentie is echt iets te veranderen, kom ik niet meer. Zonde van de tijd. Op het podium vraag ik ook aan de mensen: gaan we ervoor of niet? Dat kan ik overigens ook met een lach doen.’
CV Erik Scherder
Erik Scherder is hoogleraar neuropsychologie aan de Vrije Universiteit en hoogleraar bewegingswetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Onlangs ontving hij een eredoctoraat aan de Open Universiteit Heerlen. Scherder maakt zich er hard voor mensen meer te laten bewegen. Met grote regelmaat treedt hij op in theaters om te vertellen over zijn vakgebied.