Hoe komen wetenschappers tot dat ene inzicht dat het verloop van hun carrière bepaalt? Daarover vertellen ze in de rubriek Eureka, elk weekend in het AD, verzorgd door de redactie van New Scientist. Deze week: Madelijn Strick, universitair hoofddocent sociale psychologie bij de Universiteit Utrecht.

‘Ik ben niet iemand die veel grappen maakt, maar ik heb een voorliefde voor humor en ik heb er veel interesse in. Met humor relativeer je, kun je dingen op een andere manier bekijken en het geheel wat lichter zien. Humor behelst niet alleen het talent om grappig te zijn, maar ook het kunnen inzien van wat grappig is. Het is een sociale vaardigheid waarmee je menselijke interacties kunt versoepelen.

Madelijn Strick, sociaal-psycholoog aan de Universiteit Utrecht. Foto: Ruud Pos.

Beïnvloed

Als sociaal-psycholoog beleef je een eurekamoment op een andere manier dan bijvoorbeeld een natuurkundige. Bij ons gaat het meer stapsgewijs dan dat je in een keer iets ontdekt. Tijdens mijn promotie hebben we onderzoek gedaan naar humor in reclames en dat leidde tot een enorme eyeopener.

We zijn niet verslaafd aan  onze telefoons en hebben  geen ‘digitale detox’ nodig
LEES OOK

We zijn niet verslaafd aan onze telefoons en hebben geen ‘digitale detox’ nodig

Onszelf beschrijven als verslaafd aan onze telefoon werkt contraproductief, betoogt psycholoog Pete Etchells.

We deden in een laboratorium een proef voor een frisdrankmerk waarin hetzelfde product met en zonder humor werd aangeprezen. De deelnemers waren ervan overtuigd dat ze niet beïnvloed werden. Na de test mochten ze een blikje uitkiezen. Wat bleek? Het merk dat met humor werd aangeprezen, werd veel meer gekozen.

Ik zag het bewijs dat er iets in het onderbewustzijn gebeurde; iets met grote invloed. Dit riep bij mij ook allerlei ethische vragen op. Wat heeft dit voor gevolgen voor kwetsbare groepen, zoals mensen met obesitas? Juist deze mensen zouden beschermd moeten worden, maar zijn extra beïnvloedbaar.

Verkiesbaar

Voor mijn nieuwe boek Humor is een van de vier pijlers onder het universum (de andere drie ben ik vergeten), dat dit najaar uitkomt, heb ik gekeken naar humor en politiek. In dat kader heb ik heel veel beelden van oude Amerikaanse presidentsverkiezingen bestudeerd.

In 1984 was de toen drieënzeventig jaar oude Ronald Reagan in de race voor een tweede ambtstermijn. Hij was toen al de oudste president in de Amerikaanse geschiedenis en had het jaar ervoor blijk gegeven van enige vergeetachtigheid. Dit had zijn Democratische uitdager, Walter Mondale, op het idee gebracht om de leiderschapsstijl van Reagan te typeren als ‘leiderschap door vergeetachtigheid’. Reagan reageerde: ‘Persoonlijk vond ik die opmerking over mijn vergeetachtigheid ongepast. Ik zou alleen willen dat ik me nog kon herinneren wie het zei.’ Met behulp van humor werd zijn zwakheid een kracht. En je raadt het al, Reagan werd herkozen.’