Al in de 19e eeuw gaven Nederlandse moeders uit de Middenbeemster hun kinderen liever de fles dan de borst. Slechts een op de vier baby’s kreeg moedermelk, blijkt uit historisch onderzoek.

Uit een publicatie van Leidse wetenschappers in het wetenschappelijke tijdschrift Plos One blijkt dat moeders in de Middenbeemster in de negentiende eeuw hun baby’s op grote schaal de fles gaven in plaats van de borst. De kinderen kregen koemelk en pap in plaats van moedermelk.

Plattegrond ontcijferd

De aanleiding voor het onderzoek is bijzonder. Toen het bestuur van de Protestantse Gemeente Beemster een ontvangstruimte naast de Keyserkerk wilde bouwen, moest de naastgelegen begraafplaats het veld ruimen. Archeologen van de Universiteit Leiden groeven in de zomer van 2011 ruim vierhonderd graven op van personen die werden begraven tussen 1829 en 1868. De skeletten werden schoongemaakt, opgemeten en onderzocht in het laboratorium voor osteoarcheologie, ofwel het osteolab.

Dit schuilt er achter het (te lage) prijskaartje van ons voedsel en onze spullen
LEES OOK

Dit schuilt er achter het (te lage) prijskaartje van ons voedsel en onze spullen

In de prijs van de levensmiddelen en de spullen die we kopen, evenals in die van de diensten waarvan we gebruikmaken, zit de schade die ze berokkenen ...

Archeoloog Menno Hoogland, betrokken bij het onderzoek: ‘Het Historisch Genootschap Beemster heeft bergen werk verzet in het Waterlands archief. Dankzij hen hebben we de stoffelijke overschotten kunnen identificeren. We weten het voormalige beroep van de overledenen, de samenstelling van het huishouden en zelfs de belastingaanslagen. Cruciaal was de ontdekking van een kist waar de naam van de overledene in het deksel was genageld: Dirk Olij, 79 jaar. We hebben zijn leeftijd gecontroleerd in het osteolab. Zodoende konden we de plattegrond van de begraafplaats ontcijferen.’

Sporen van melk

In het osteolab werden de grote botstukken onderzocht van 277 stoffelijke overschotten, zoals bovenarm en dijbeen. Daaruit blijkt dat slechts 25 procent van de onderzochte kinderskeletten sporen vertoont van borstvoeding. Dat is een onverwacht laag percentage voor die premoderne tijd.

Hoogland: ‘We namen ook een piek waar in de kindersterfte van kinderen tussen de een en vijf maanden oud. Dat correspondeert met het feit dat veel kinderen geen moedermelk kregen en aangewezen waren op hun eigen, nog kwetsbare immuunsysteem.’ Kinderen die borstvoeding krijgen, ontvangen beschermende immunologische bestanddelen van de moeder.

Hoe kunnen wetenschappers aan de hand van skeletten van anderhalve eeuw oud weten of die wel of geen moedermelk tot zich namen? Hoogland: ‘Borstvoeding laat zijn sporen na in de botten. Kinderen die moedermelk dronken, hebben meer ‘zware’ koolstof- en stikstofatomen in hun botten dan kinderen die koemelk of pap kregen. Dat heeft te maken met het aantal neutronen in de atoomkern. Hoe meer neutronen, hoe zwaarder de stikstof- en koolstofneerslag in het bot. Als de moeder stopt met het geven van borstvoeding gaat de hoeveelheid zware stikstof- en koolstofatomen omlaag.’

Blozende boerenvrouwen

Hoogland heeft geen goede verklaring voor het lage percentage borstvoedingskinderen in het 19e-eeuwse Middenbeemster. ‘Deze uitkomst hadden we niet verwacht. Uit ander archeologisch onderzoek in stedelijke omgeving bleek dat moeders die lange fabrieksdiensten draaiden weinig borstvoeding gaven. Maar de Beemstermoeders waren gezonde blozende boerenvrouwen. Een relatief gezonde plattelandspopulatie van protestantse snit, waarbij moeders vaak in of om het huis werkten. Je zou denken dat in die setting vele baby’s aan de borst kwamen, maar dat is dus niet zo.’

‘Wellicht was de moeder druk met het melken en voeren van het vee op het boerenbedrijf? En was de koemelk een kant-en-klaar alternatief voor de moedermelk? Of was het mode om kinderen niet of slechts korte tijd te zogen? We weten het niet. Het Historisch Genootschap Beemster doet archiefonderzoek om deze vragen te beantwoorden.’

Kindersterfte

Op de vraag of dit fraaie staaltje van botanalyse maatschappelijk nut heeft, antwoordt Hoogland bevestigend. ‘We weten dat de sterfte van kinderen onder de vier jaar hoog was in de premoderne tijd. Het was daarom interessant om te kijken of langdurige voeding met moedermelk leidt tot een lager sterftecijfer onder jonge kinderen. Ons onderzoek heeft dat bevestigd. Moedermelk draagt bij aan een betere weerstand van de baby. Moderne moeders kunnen dit meenemen in hun afweging wel of geen borstvoeding te geven. Met de aantekening dat de hygiënische omstandigheden inmiddels wel sterk zijn verbeterd.’