Pakjesavond is net geweest. En de discussies thuis over wat Sint dit jaar allemaal wel of niet in de schoen stopt zijn ook weer voorbij. Ik ben van het scannen van de verlanglijstjes voor onze dochters, mijn man levert zo nu en dan (zinvol) commentaar: ‘Niet teveel!’ en ‘Vinden ze dit over een paar weken nog leuk?’.

In de regel komt er één cadeau dat de kinderen helemaal geweldig vinden en komen er verder presentjes die wij als ouders ook leuk of nuttig vinden. Dit jaar wilde mijn middelste dochter graag een Moxiegirlz-kappop. Voor mij viel de kappop onder onze ‘regel’, mijn man vond het pertinente onzin om zoiets afzichtelijks cadeau te doen.

Op weg naar mijn moeder, met alle cadeautjes achterin verstopt, las ik de column van Margriet Oostveen ‘The Pink Factor’ in NRC Weekblad van 4 december. Moxie Teenz-poppen blijken hot te zijn in Amerika en haar dochter wilde er ook een. Oostveen was hiervoor niet overstag gegaan. Aanleiding was een paar jaar eerder verschenen artikel in The New York Times: ‘What’s wrong with Cinderella?’ van Peggy Orenstein.

Hoe house zich ontwikkelde in Europa en de VS
LEES OOK

Hoe house zich ontwikkelde in Europa en de VS

De muziekstroming house sloeg in de jaren tachtig aan in Europa, maar niet in de Verenigde Staten. Cultuursocioloog Rens Wilderom ontrafelde waarom.

Orensteins’ conclusie in dit artikel was dat één Disney-prinses nog niet zo erg was, maar dat het anders werd nu er 25.000 verschillende Disney producten zijn en ook andere fabrikanten meisjes alleen nog maar meisjesachtige spullen willen verkopen. Belangrijkste reden: de omzet verdubbelt als je aparte spullen maakt voor meisjes. Belangrijkste nadeel: meisjes worden hierdoor meisjesachtiger gemaakt dan ze in decennia zijn geweest.

Binnenkort verschijnt een nieuw boek van Orenstein: ‘Cinderella ate my daughter. Dispatches from the Front Lines of the New Girlie-Girl Culture’. Oostveen sprak haar hierover aan de telefoon. Vrouwen doen het op veel fronten in Amerika beter dan mannen: studeren vaker af, promoveren vaker, hebben vaker een baan dan mannen, zo legde zij aan Orenstein voor.

Dat klopt, beaamde Orenstein, maar tegelijkertijd werd bekend dat het aantal meisjes onder de twaalf jaar met een eetstoornis de afgelopen tien jaar verdubbelde. Precies in de periode dat The Pink Factor meisjeskamers overnam. Volgens Orenstein geen toeval. Tienermeisje geven in allerlei onderzoeken zelf ook aan zich overstelpt te voelen: én hoge cijfers, én lief zijn, én mooi gekleed, én slank, én een beetje sexy, maar niet té. Orenstein: “Vroeger moesten meisjes bewijzen dat ze slim kunnen zijn. Tegenwoordig moeten ze bewijzen dat ze ook nog meisjesachtig zijn.”

Mijn eigen meisjes (11, 9, 7) tekenden vroeger van alles. Nu ontwerpen ze – zeker de oudste twee – vrijwel alleen nog maar hippe kleren in hun Topmodel-boeken. En ja, in hun schoen zat voor alledrie een nieuw Topmodel-tekenboek. Voor het Moxiegirlz kaphoofd is de Sint overigens uiteindelijk niet gezwicht.

Oostveens’ column heeft me aan denken gezet. Als ouders hebben we natuurlijk maar beperkte invloed ten opzichte van al dat ‘Pinky-geweld’ waar de buitenwereld bol van staat. Maar we kunnen wél tegengewicht bieden. Voortaan van ons dus géén Pinky cadeaus meer. Mijn man zal er alleen maar blij mee zijn.