Hoe komen wetenschappers tot dat ene inzicht dat het verloop van hun carrière bepaalt? Daarover vertellen ze in de rubriek Eureka, elk weekend in het AD, verzorgd door de redactie van New Scientist. Deze week: Jaco de Swart, promovendus natuurkunde bij de Universiteit van Amsterdam.

‘De muziek van mijn band X Raiders wordt wel als turboglam metalpunk omschreven. Dan weet je wel in welke hoek we zitten. Ik was tweedejaarsstudent bèta-gamma, en bij een bandjesavond speelden we covers onder de naam the Rectum Raiders. Vervolgens zijn we eigen nummers gaan maken, hebben we verschillende albums opgenomen en zijn we uitgebreid gaan toeren. Optredens op de Zwarte Cross en bij DWDD waren absolute hoogtepunten.

Daarnaast onderzoek ik als promovendus de geschiedenis van de kosmologie. Ik kijk naar hoe ons denken over het universum is ontwikkeld – van hoe we iets te weten zijn gekomen over 13,7 miljard jaar geleden, tot aan waarom we geloven dat 85 procent van het universum bestaat uit iets dat we nog nooit hebben gezien.

Op eigen houtje fitnessen oorzaak van veel blessures
LEES OOK

Op eigen houtje fitnessen oorzaak van veel blessures

Een op de vijf Nederlanders doet aan fitness. Dat leidt tot een miljoen blessures per jaar. Bewegingswetenschapper Lisa Noteboom onderzocht hoe die ku ...

Voor mijn promotie interview ik wetenschappers overal ter wereld. Een ontmoeting met Piet Hut, een Nederlands-Amerikaanse astrofysicus, leidde tot het grootste inzicht van mijn leven. Ik sprak hem op het Institute for Advanced Studies in Princeton, de plek waar Einstein heeft gezeten en waar Robbert Dijkgraaf nu directeur is. Hut was mijn interviewobject, maar gedurende het gesprek draaiden de rollen zich om. Hij bleef maar vragen stellen over de band. Waar ik alvorens altijd mijn muzikale leven los zag van mijn academische leven, liet  hij mij inzien dat het twee kanten van dezelfde medaille zijn. Hij zag mijn wetenschappelijke kracht juist ook in het kunnen rondspringen op een podium. Mijn muzikale bestaan gaf aan dat ik andere werelden eigen kan maken; dingen kan zien die anderen niet zien.

Dat gesprek was een openbaring. Ik zag opeens veel meer connecties tussen muziek en wetenschap. De rock and roll attitude bestaat ook in de wetenschap. Het tegen de richting ingaan en nooit dingen meteen voor liefnemen. Zo maken we precies ook onze muziek. Wrijven. De rand opzoeken. Dat doe ik nu. Op het podium en voor mijn promotie.’