Soms leveren de dagelijkse boodschappen een leuke verrassing op. Afgelopen zaterdag stuitte ik bij een kaaswinkel in de buurt op een stand waar je kennis kon maken met Kees: een kaas die – zo zeiden zij – smaakt als gewone kaas, maar veel minder verzadigde vetten bevat.

De gezondheidspolitie hamert erop: we moeten minder verzadigd vet eten. Verzadigd vet is een sluipmoordenaar, die zich vanaf je veertigste kan openbaren in de vorm van een te hoog cholesterol. En kaas is een fikse verzadigd vetleverancier, helaas voor kaasfans zoals ik. Honderd gram volvette kaas bevat al zo’n twintig gram verzadigd vet en dat is al bijna de totale hoeveelheid die je volgens de richtlijnen van het Voedingscentrum mag eten (mannen 28 gram, vrouwen 22 gram).

Voor de goede orde: Kees is geen lightproduct en bevat in totaal evenveel vet als volvette kaas, alleen is de verhouding dus gezonder: Kees bevat 8 in plaats van 20 gram verzadigd vet per honderd gram (zie deze tabel).

Chemicus Sijbren Otto wil in het lab leven maken uit dode chemische soep, en is al aardig op weg
LEES OOK

Chemicus Sijbren Otto wil in het lab leven maken uit dode chemische soep, en is al aardig op weg

Chemicus Sijbren Otto is met een mirakelstuk bezig: hij probeert in zijn Groningse lab leven te kweken uit een levenloze, chemische soep. Onlangs ontv ...

Ik ben nieuwsgierig naar de smaak van Kees en besluit om thuis familiebreed een kaas/Keesproeverij te organiseren. Ik koop een stuk Kees, een vergelijkbare 48+kaas en een 30+versie (allemaal extra gerijpt, want Kees is alleen zo oud te verkrijgen).

Ook besluit ik te bellen met Marc van Wanroij, bedenker en ontwikkelaar van Kees. Van Wanroij is na een studie levensmiddelentechnologie in Wageningen lang werkzaam geweest in de plantaardige oliën- en vettenindustrie. In 2001 kreeg hij het idee om te onderzoeken of het mogelijk is kaas maken met plantaardige in plaats van dierlijke vetten.

Bij de kaasproductie worden aan het begin alle vetten uit de melk gehaald, en later in het productieproces weer in het juiste vetpercentage aan de kaas toegevoegd, legt van Wanroij uit. “In het geval van Kees voeg je niet opnieuw de melkvetten toe maar een mengsel van plantaardige vetten.”

Dat klinkt simpel, maar het duurde toch wel acht jaar voordat Van Wanroij het juiste plantaardige mengsel vond om een lekkere kaas mee te maken, zonder vals te spelen door middel van toevoeging van smaakstoffen. Maar nu is er dus een extra gerijpte Kees die door kaaswinkels in Leiden en omgeving wordt verkocht.

Zijn er al meer mensen op dit idee gekomen, vraag ik Van Wanroij: “Voor zover ik weet zijn we de enige in de hele wereld die dit kunnen maken. En je begrijpt dat op het plantaardige vettenmengsel het ‘Coca Colaprincipe’ van toepassing is: uiterst geheim.”

De claim dat Kees veel minder verzadigde vetten – en veel minder zout trouwens – bevat, wordt voortdurend getest door een onafhankelijk laboratorium, vertelt van Wanroij. “En de Hartstichting en het Ik kies bewust-label zijn enthousiast.” Ik bel met de Hartstichting die aangeeft de kaas nog te onderzoeken, maar Kees inderdaad in principe een goede zaak te vinden. Al voegen ze – logischerwijze – er aan toe dat je kaas met mate moet eten.

Hoog tijd voor de ‘blinde’ thuistest met man en kinderen. Het toeval wil – en dit heb ik echt niet van tevoren verzonnen – dat een gediplomeerde kaaskeurder aanschuift, die ook nog eens Kees heet! Bizar. Vlak voordat mijn partner naar huis ging, sprak hij collega Kees over de proeverij: en dat wilde hij wel meemaken.

De kazen blijken toch wel behoorlijk van smaak te verschillen. Mijn jongste dochter en ik houden het meest van oude kaas en vallen voor – blijkt later – Kees. Mijn andere dochters vinden de gewone volvette versie het lekkerst en mijn man en Kees (dit is verwarrend!) de 30+ versie (het volledige proefrapport is natuurlijk bij mij op te vragen).

Kaaskeurder Kees weet trouwens de plantaardige versie er niet tussen uit te pikken: hij speurt naar een ‘dode’ kaas zonder ogen (gaatjes in de kaas), maar die zit er niet tussen. Als we Kees aanwijzen is hij eerst verbaasd en geeft de kaas vervolgens in vergelijking tot ‘gewone’ kazen een dikke voldoende. Om daar weer aan toe te voegen: “Als plantaardige kaas is deze zelfs zeer geslaagd en wel een acht waard. Ik weet dat er eerder pogingen zijn gedaan om een dergelijke kaas te maken, maar die konden niet tippen aan deze Kees.”

In ieder geval kan Kees als kaas prima meekomen, vindt het merendeel van het proefpanel. Al zullen twee dochters een minder gerijpte versie meer waarderen. Ik ben inmiddels aan de naam Kees gewend en kan niet wachten tot ik voor de kinderen Smeerkees op tafel kan zetten.