Bilthoven (NL) – Veelal zijn niet bacteriën, maar virussen de oorzaak van buikgriep.


Half oktober vorig jaar: in Zwolle bezwijken vijf mensen aan de gevolgen van buikgriep. In totaal ondervinden honderdtwintig mensen klachten. De boosdoener is de salmonellabacterie, die tegelijk met een smakelijke bavarois verorberd werd.
In de media duiken met enige regelmaat berichten op over grootschalige infecties van het maagdarmkanaal die leiden tot overgeven, koorts en diarree – met een verzamelnaam ‘buikgriep’ genoemd. Voor oudere en verzwakte mensen kan de besmetting fataal zijn, maar meestal zijn de klachten vrij mild. Promoverend epidemiologe Matty de Wit merkt op dat de gezondheidslast desondanks aanzienlijk is, omdat buikgriep grote aantallen mensen treft. “Ik schat dat in Nederland jaarlijks 4,5 miljoen mensen buikgriep oplopen.”
Vooral uitbraken waarbij bekende bacteriën als Salmonella en Campylobacter de boosdoeners zijn, halen de kranten, omdat ze met enige regelmaat voor dodelijke slachtoffers onder ouderen zorgen. Uit onderzoek van De Wit blijkt echter dat die grote aandacht voor bacteriële infecties enigszins misplaatst is. Ze verklaart: “Slechts een betrekkelijk klein deel van de Nederlandse buikgriepgevallen komt door een bacteriebesmetting. Virussen nemen drie keer zoveel gevallen voor hun rekening. Het gaat daarbij met name om het zogeheten Norwalk-like virus.”
Terwijl bacteriën zich voornamelijk via voedsel verspreiden, doen virussen dit veelal op andere manieren. De Wit: “Bij zo’n tien procent van de infecties met het Norwalk-like virus vormt voedsel de besmettingsbron, maar meestal vindt overdracht plaats door direct contact van patiënten met anderen.”
De Wit meent dat het Nederlandse buikgriepbeleid moet veranderen. “Het huidige beleid concentreert zich enkel op het terugdringen van bacteriële infecties. Die maatregelen werken maar ten dele. Gezien het grote aantal virusinfecties, moeten we ons hier meer op richten. Deels kan dat met dezelfde maatregelen als voor bacteriën: we moeten besmettingsbronnen bij voedselproducenten aanpakken en de consument moet zijn keukenhygiëne verbeteren. Echter, om te voorkomen dat virussen van persoon op persoon overgedragen worden, is vooral een goede persoonlijk voorlichting nodig over de omgang met anderen.”

Mirjam Leunissen