Hij heeft behaarde klauwen die wel wat weg hebben van wollen handschoenen, en je vindt hem in rivieren en kustwateren. Van nature komt hij voor in Oost-Azië, maar inmiddels is de Chinese wolhandkrab niet meer weg te denken uit Europa. België spant de kroon. De krab die daar woont, blijkt zich genetisch aangepast te hebben.

Chinese wolhandkrabben doken begin jaren dertig voor het eerst op in België en Nederland. ‘Ze kwamen via het ballastwater mee met de scheepvaart’, zegt bioloog Jonas Schoelynck van de Universiteit Antwerpen. Dit water pompen schepen naar binnen om hun diepgang en stabiliteit te verbeteren. Als je dat doet in een Chinese haven en het water lost in Europa, dan kun je onbedoeld organismen verplaatsen, zoals deze krab.

Na de Tweede Wereldoorlog waren de Chinese wolhandkrabben bijna verdwenen uit Europa. Waarschijnlijk was dat een gevolg van de achteruitgang van de waterkwaliteit. Sinds de jaren negentig is het water echter verbeterd en keren allerlei vissen – en ook de Chinese wolhandkrab – terug. Mogelijk helpt het warmere water door klimaatverandering ook een handje.

‘Invasieve exoten bestrijden  doet meer kwaad dan goed’
LEES OOK

‘Invasieve exoten bestrijden doet meer kwaad dan goed’

Het is doorgaans geen goed idee om invasieve exoten te bestrijden, stelt Menno Schilthuizen. Daarmee vertraag je het natuurlijke proces.

Chinese wolhandkrab met Japans tintje

Nu blijkt bovendien dat de krab genetisch is veranderd zodat hij beter gedijt in België. In een recent verschenen wetenschappelijk artikel dragen onderzoekers, waaronder Schoelynck, daar bewijs voor aan.

‘De wolhandkrabben die in de jaren dertig in België voorkwamen, waren zeer waarschijnlijk zuivere Chinese wolhandkrabben’, zegt Schoelynck. Nu is dat niet meer zo.

De onderzoekers bestudeerden genetisch materiaal van wolhandkrabben uit 1998, 2005 en 2020 in België, Nederland, Duitsland en Polen. Schoelynck: ‘Daarin zagen we dat het aandeel Japans wolhandkrab-DNA in de Chinese wolhandkrab toeneemt van 33 procent in 1998, tot 50 procent in 2005 en 65 procent in 2020. Dit zien we vooral in Vlaanderen.’ In Nederland blijft het percentage lager. In Duitsland en Polen zijn de krabben nog zuiver Chinees.

Het stukje Japans wolhandkrab-DNA brengt diversiteit. De genetische diversiteit binnen de wolhandkrabben in België is klein, omdat ze afstammen van een handje vol individuen dat toevallig meeliftte op schepen. ‘Elk nieuw stukje DNA versterkt de kans op overleven’, zegt Schoelynck. Het maakt niet uit of dat Chinees of Japans wolhandkrab-DNA is. Als het maar de variatie vergroot, waardoor de groep zich als geheel beter kan aanpassen aan veranderende omstandigheden.

‘Wij denken daarom dat de toevoeging van het Japanse DNA – naast betere waterkwaliteit en klimaatverandering – ook bijdraagt aan de recente toename van het aantal wolhandkrabben in Vlaanderen’, zegt Schoelynck.

Via Rusland

Er zijn twee manieren waarop het Japanse DNA in de krab in Europa terecht kan zijn gekomen. Allereerst kunnen Japanse krabben naar Europa zijn gelift, waar ze kruisten met de Chinese. ‘Maar in dat geval zou je hier ook puur Japanse wolhandkrabben moeten vinden’, aldus Schoelynck.

Er is een andere, meer waarschijnlijke weg. In Vladivostok in Rusland leeft namelijk een hybride Chinese wolhandkrab, met precies hetzelfde stukje Japans wolhandkrab-DNA als die in Vlaanderen. Die zijn daar ontstaan doordat de natuurlijke leefgebieden van de twee er overlappen.

Invasieve krab

De Chinese wolhandkrab is in België en Nederland een invasieve soort, die met name in België problemen veroorzaakt. Ze hebben geen natuurlijke vijanden en zijn zodoende met vele. Alleen al in de Kleine Nete, een zijrivier van de Belgische rivier de Beneden-Nete die in de Schelde uitmondt, vangt de Vlaamse Milieumaatschappij jaarlijks honderdduizenden van deze krabben.

Hun massale aanwezigheid zorgt ervoor dat er weinig voedsel en leefruimte overblijft voor andere dieren. Ze woelen bovendien de bodem om en beschadigen waterplanten.

Het is lastig om deze invasieve krabben aan te pakken, omdat ze met veel zijn en verspreid zitten. Maar de krabbenval waarmee de Vlaamse Milieumaatschappij werkt, is behoorlijk succesvol. ‘Als je die inzet op het moment dat ze migreren, dan kun je de aantallen flink laten dalen’, aldus Schoelynck. ‘Hiervoor is wel een Europese aanpak nodig, omdat de rivieren verbonden zijn.’