Wetenschappers van Nasa hebben een complete topografische kaart gemaakt van Titan, de grootste maan van Saturnus. Met deze kaart hopen de astronomen meer te begrijpen over het aardachtige hemellichaam. Titan heeft een dikke atmosfeer die grotendeels uit stikstof bestaat. Net zoals de aarde kent Titan wolken, alleen bestaan Titans wolken niet uit water maar uit methaan. Op het oppervlak komen vloeibare, organische stoffen voor.
’Titan heeft veel interessante activiteit, waaronder stromende vloeistoffen en bewegende zandduinen. Maar om deze processen te begrijpen, is het nodig de hellingen van het landschap te kennen’, zegt onderzoeksleider Ralph Lorenz in een persverklaring. Zijn team gebruikte de radar van ruimtesonde Cassini om de glooiing van het landschap driedimensionaal in beeld te brengen. Met de kaart hoopt het team ook het klimaat op Titan beter te kunnen verklaren.
Miljarden jaren oud water bevat mogelijk leven
Stikstofuitstoot lokt planten naar West-Europa
Bosplanten die goed tegen stikstof kunnen, verschuiven snel van Oost- naar West-Europa. Daar brengen ze andere planten in de verdrukking.
Een team van Britse en Canadese wetenschappers hebben het ‘oudste’ water op aarde gevonden. Althans, ze vonden een hoeveelheid water die miljarden jaren diep onder de grond geïsoleerd is geweest. Het water is daarmee minstens 1,5 miljard jaar oud. De onderzoekers vonden het water in een mijn in Ontario, zo’n 2,4 kilometer onder de grond. Het water bevat een overvloed aan stoffen die organisch leven ondersteunen, zoals methaan. Of het water ook daadwerkelijk leven bevat, is nog onbekend.
De stenen waartussen het water zat, lijken veel op de rotsen op de planeet Mars. De onderzoekers opperen dan ook dat dergelijk water ook op Mars zou kunnen bestaan – wellicht inclusief levende organismen. In ieder geval zal het water veel duidelijk maken over het leven van microben in isolement en het ontstaan van leven op aarde.
Huidcel verandert in stamcel
Voor het eerst hebben Amerikaanse biologen menselijke stamcellen gemaakt via de overdracht van celkernen. De wetenschappers plaatsten een celkern van een menselijke huidcel, waarin het DNA van een individu zat opgeslagen, in een ‘lege’ eicel. De eicel met de nieuwe kern ontwikkelde zich, waardoor stamcellen ontstonden.
Eerdere pogingen om op deze manier stamcellen te maken, faalden steeds. Nu ontdekten de onderzoekers dat de fase waarin de eicel zich verkeerd cruciaal is. Gedurende de overdracht van de kern, moet de eicel zich in de zogeheten metafase bevinden. Genetisch materiaal bevindt zich dan in het midden van de cel, net voordat de cel gaat splitsen. Door de cel op chemische wijze in deze fase te houden, konden de geknutselde cellen zich ontwikkelen tot stamcellen.
Stamcellen kunnen nog alle mogelijke celfuncties krijgen. Ze kunnen zich bijvoorbeeld ontwikkelen tot hartcellen of zenuwcellen. Doktoren kunnen daardoor stamcellen gebruiken om de zieke of beschadigde cellen van hun patiënten te vervangen.