Veel mensen zullen bij Vikingen denken aan stoere, blonde Noormannen die zich vanuit Scandinavië al plunderend een weg door Europa baanden. Dit beeld is aan een update toe, volgt uit de grootste DNA-analyse op Vikingskeletten die ooit is uitgevoerd.

Het genenpakket van de noorderlingen die wij tegenwoordig Vikingen noemen – in hun tijd bestond die term nog niet – zat een stuk complexer in elkaar dan veel geschiedenisboekjes en televisieseries doen voorkomen. Dat blijkt uit de bevindingen van een internationaal onderzoeksteam, onder leiding van de Deense evolutiebioloog Eske Willerslev van het St John’s College in Cambridge.

‘Depressie zit niet alleen in het hoofd, maar in het hele lichaam’
LEES OOK

‘Depressie zit niet alleen in het hoofd, maar in het hele lichaam’

Psychiatrisch epidemioloog Brenda Penninx onderzoekt het verband tussen mentale en lichamelijke gezondheid.

De onderzoekers brachten de genen van 442 mensen in kaart waarvan tanden en botten zijn gevonden in Vikinggraven in Scandinavië, Groenland, het Verenigd Koninkrijk, Polen, Oekraïne, Estland en Rusland. Het gaat om zowel mannen als vrouwen als kinderen die bijna allemaal leefden in het ‘Vikingtijdperk’, een periode van de achtste tot in de elfde eeuw waarin de Vikingen hun stempel op Europa en Noord-Amerika drukten. De onderzoekers publiceerden hun resultaten in het wetenschappelijke tijdschrift Nature.

Routekaart

Het meest in het oog springende resultaat: veel Vikingen waren helemaal niet blond, maar hadden bruin haar. In het genetische materiaal zijn veel Aziatische en Zuid-Europese invloeden gevonden, die daar al vóór de negende eeuw in terecht zijn gekomen. Aangezien veel skeletten een behoorlijke hoeveelheid niet-Scandinavisch DNA bevatten, denken de onderzoekers dat er al voor de Vikingperiode over heel Europa een flinke genenuitwisseling op gang is gekomen.

Uit het DNA konden de onderzoekers verder een soort routekaart opmaken. Ze bepaalden de genetische herkomst van skeletten in de graven en ontdekten daardoor dat Vikingen uit het huidige Noorwegen naar Ierland, Schotland, IJsland en Groenland reisden. Deense Vikingen togen naar Engeland, Vikingen uit Zweden zetten koers naar landen aan de Oostzee, waaronder Estland.

Lokale bevolking

De plunderpartijen op het Europese vasteland komen niet alleen op het conto van daar aan land gekomen Noormannen. Ook de lokale bevolking deed mee. De onderzoekers ontdekten dat onder meer skeletten uit het Schotse Orkney – voorzien van zwaarden en andere typische Vikingspullen – helemaal geen Vikinggenen bevatten. Dit wijst erop dat de lokale bevolking zich soms aansloot bij de rooftochten en zich een Vikingidentiteit kon aanmeten.

Plunderteams bestonden echter ook wel degelijk uit sterk aan elkaar verwante personen. In Estland vonden de onderzoekers bijvoorbeeld het DNA van vier broers die op dezelfde dag waren gestorven en een scheepsgraf hadden gekregen. Dat wil zeggen: ze werden – op land – begraven in een boot. Andere ‘inzittenden’ van de boot leken genetisch gezien zó veel op de broers, dat de onderzoekers vermoeden dat ze allemaal uit een klein dorpje ergens in Zweden kwamen. Dit laat volgens de onderzoekers zien dat groepen Vikingen in Scandinavië erg geïsoleerd van elkaar leefden.

Contacten over zee

De resultaten van de DNA-analyse schetsen een behoorlijk ander plaatje van ‘de Viking’ dan de meeste mensen voor ogen hebben. Voor Vikingdeskundigen komt het beeld minder als een verrassing, maar zijn de resultaten niettemin enorm waardevol.

‘Dit is een mooi, gedetailleerd onderzoek dat grotendeels bevestigt wat we dankzij archeologie, geschiedenis, taalkunde en bestudering van literaire bronnen al wisten’, zegt historicus en archeoloog Nelleke IJssennagger-van der Pluijm, die aan de Rijksuniversiteit Groningen promoveerde op de Vikingcultuur rond de Noordzee en niet betrokken was bij het onderzoek. ‘Het laat zien dat de contacten en uitwisselingsstromen die we dankzij deze onderzoeksvelden kennen ook in genen terug te vinden zijn, soms zelfs sterker dan we dachten.’

Hoewel het onderzoek dus vooral eerdere aannames bevestigt, herbergt het wel degelijk nieuwe informatie. Vikinggroepen blijken binnen Scandinavië namelijk nóg meer van elkaar geïsoleerd te zijn geweest dan deskundigen al vermoedden.

‘Veel contacten verliepen in deze periode over zee. Dat ging simpelweg het makkelijkst’, zegt IJssennagger-van der Pluijm. ‘Veel mensen woonden op plekken die makkelijk per boot te bereiken waren. Of dat nu direct aan zee was, aan een fjord of aan een rivier. Zeker in bergachtige gebieden zoals Noorwegen was een connectie veel sneller gemaakt over zee dan over land. Uit dit onderzoek blijkt nog duidelijker dat de kustzones minder goed verbonden waren met het achterland dan eerder onderzoek heeft laten zien.’

Perceptie

De DNA-analyse bevestigt hoe complex de geschiedenis van de Vikingen – als je die al onder één noemer kunt vangen – in elkaar zit en is de nagel aan de doodskist van het clichébeeld dat het woord ‘Viking’ bij veel mensen oproept.

‘We hebben een beeld van Vikingen als een enkele, hechte groep mensen die handel dreven en over heel Europa op rooftochten gingen en koningen bevochten, want dat is wat we zien op televisie en lezen in boeken’, zegt onderzoeksleider Willerslev in een persbericht. ‘Maar genetisch hebben we nu voor de eerste keer laten zien dat de wereld er zo niet uitzag. Dit onderzoek verandert de perceptie van wie een Viking nu eigenlijk was. We zullen de geschiedenisboeken van een update moeten voorzien.’