EICHSTÄTT (D) – Hans en Klaus-Dieter Weiss deden vorig jaar bij het Beierse stadje Schamhaupten waarschijnlijk de vondst van hun leven. Zij vonden een vogelachtige dinosaurusje dat veel ouder is dan eerder gevonden oervogels.


Terwijl dinosauriërs in de Verenigde Staten voor steeds hogere bedragen van eigenaar wisselen, stellen verzamelaars in Europa nog regelmatig fossielen belangeloos af aan musea en wetenschappelijke instellingen. Zo ook de gebroeders Weiss, die met hun blok steen waarin een gedeeltelijke reptielenschedel te zien is, naar het Jura-museum in Eichstätt stapten.
Het Jura-museum beheert een belangrijke collectie fossielen uit de omgeving van Eichstätt. Directeur Günther Viohl komt, met het fossiel nog maar zeer gedeeltelijk geprepareerd, op een persconferentie al met een stevige claim naar buiten: de sensationel vondst zal “wereldwijd de nodige opwinding veroorzaken”. Wellicht niet verbazend, want het vermoeden bestaat dat niet alleen kop en nek aanwezig zijn, maar dat ook de rest van het skelet in nog het harde gesteente verborgen zit.

Oervogel
De omgeving van Eichstätt, waar ook deze vondst gedaan werd, staat bekend om de beroemde Archaeopteryx-fossielen. Archaeopteryx is de oervogel bij uitstek: met een reptielenstaart en veren, een dinosaurusheup en tanden in zijn bek is het een prachtige tussenvorm tussen reptiel en vogel. De vondst van de gebroeders Weiss komt uit gesteentelagen die één à twee miljoen jaar ouder zijn dan de lagen waar Archaeopteryx wordt uitgebeiteld. Dat maakt deze kleine theropode dinosaurus volgens Viohl bijzonder interessant: “De meeste paleontologen zijn van mening dat de vogels van kleine theropode dinosauriërs afstammen, maar alle tot nu toe bekende fossielen van kleine, gevederde theropode dinosauriërs zijn jonger dan Archaeopteryx.” Dat maakt het fossiel erg interessant, want oudere fossielen zijn mogelijke voorouders; jongere hooguit neefjes die niet konden vliegen. Viohl neemt al voorzichtig het woord ‘missing link’ in de mond. Nu ook de beroemde vogelfossielen uit de Chinese Liaoning-regio opeens een stuk jonger blijken te zijn dan aanvankelijk werd aangenomen, kunnen er de komende tijd weer een paar hoofdstukken van de vogelevolutie worden herschreven.
Omdat er maar één preparateur aan het Jura-Museum Eichstätt verbonden is, zal de preparatie nog enige tijd op zich laten wachten. Naar verwachting kan het publiek pas in september 2001 met de oervogel kennismaken.

Drs Anne Schulp
Natuurhistorisch Museum, Maastricht