De toekomst van Europa is onzeker na de uitkomst van het Griekse referendum van afgelopen zondag. Het is onduidelijk of er nog verder gesproken gaat worden over het oplossen van de Griekse schuldencrisis of dat Griekenland de euro gaat verlaten. Een kleine groep van economen en wiskundigen stelt dat het zo ver niet had hoeven komen.

Zonder kwantitatieve methode waarmee je het effect kunt inschatten van verschillende maatregelen in complexe economische systemen zoals de eurozone, zijn Europese leiders gedoemd tot besluiteloosheid, volgens de wetenschappers. De groep heeft gewerkt aan modellen om dit probleem op te lossen, maar het geld dat ze daarvoor gekregen hadden – van de Europese Unie, ironisch genoeg – is op.

Bezuinigen of kwijtschelden

De Grieken hebben grofweg de keuze tussen strenge maatregelen als snijden in de overheidsuitgaven en institutionele hervormingen enerzijds en het kwijtschelden van de schulden anderzijds. Sommige toonaangevende economen en zelfs het Internationaal Monetair Fonds menen dat de laatste optie waarschijnlijk de beste is.

Kunnen we ooit praten met Poekie?
LEES OOK

Kunnen we ooit praten met Poekie?

Met behulp van AI slagen onderzoekers er steeds beter in dierengeluiden te ontcijferen. Kunnen we ooit echt met onze hond of kat babbelen?

Duitsland stuurt aan op verdere bezuinigingen, maar de strenge maatregelen hebben Griekenland tot dusverre vooral geschaad en geleid tot het ‘nee’ bij het recente referendum. Bezuinigingen op de gezondheidszorg en sociale zekerheid hebben geleid tot onder meer een hogere zuigelingensterfte, een toename van het aantal zelfmoorden, tb-besmettingen en ziekenhuisopnames. Griekenland is nu nog minder in staat om zijn schulden af te betalen, met een bruto binnenlands product dat 25 procent lager ligt dan in 2008 en een jeugdwerkloosheid van 60 procent.

Doyne Farmer van het Santa Fe Institute in New Mexico en de universiteit van Oxford stelt dat politieke leiders en hun economische adviseurs geen goede kwantitatieve methode hebben om te bepalen welke methode het beste werkt. Daarom vallen ze terug op ideologische voorkeuren en gebeurtenissen uit de geschiedenis waarmee ze die kunnen ondersteunen, met een impasse tot gevolg.

Evenwicht

Gangbare economische modellen zijn gebaseerd op de aanname dat economische systemen vanzelf een evenwicht bereiken. Dat komt omdat vraag en aanbod op elkaar afgestemd worden zodat alle partijen optimaal profiteren. Verstoringen van het systeem zijn in deze modellen het gevolg van invloeden van buitenaf. Ze ontstaan niet spontaan binnen het systeem.

Dit kan niet waar zijn - Joris Luyendijk
LEESTIP Dit kan niet waar zijn Waarom de volgende crisis een kwestie van tijd is Joris Luyendijk, € 19,99 Bestel in onze webshop

‘Uit empirisch onderzoek is gebleken dat dit niet waar kan zijn’, zegt Farmer. De gangbare modellen zijn ook niet in staat gebleken de crisis van 2008 te voorspellen of te verklaren. ‘Het optimaliserende gedrag waar deze modellen van uitgaan strookt niet met het gedrag tijdens een crisis’, zei Jean-Claude Trichet, president van de Europese Centrale Bank in 2010.

Wat volgens sommige onderzoekers wel werkt, zijn agent-based modellen (abm’s), die met behulp van computers het gedrag simuleren van mensen en instituten die niet altijd optimale keuzes maken en die interactie hebben met elkaar.

Weinig vooruitgang

Deze aanpak heeft al revoluties veroorzaakt in vakgebieden als de epidemiologie, ecologie en zelfs weersvoorspellingen. Maar doordat de traditionele modellen zo hardnekkig zijn, aldus Farmer, heeft het nog weinig voet aan de grond kunnen krijgen in de macro-economie van landen. ‘Politici benaderen de economie nogal à l’improviste.’

‘Abm’s zijn beter in staat om de vraagstukken waar Griekenland mee te kampen heeft te analyseren dan de huidige gangbare macro-economische modellen’, meent ook eurozone-onderzoeker Paul De Grauwe van de London School of Economics.

In 2011 lanceerde de Europese Commissie onder de naam Crisis een project om een macro-economisch abm te maken. De modellen die Crisis produceert zijn nog niet complex genoeg om hele naties te omvatten, maar ze kunnen wel kleinere economische situaties simuleren waarbij financiële netwerken betrokken zijn, zoals in het geval van de Cypriotische banken en de onbetaalde Griekse schulden in 2013.

‘De vraag is: wie draait voor zulke schulden op?’ zegt Farmer, wetenschappelijk coördinator van Crisis. Het model toonde aan dat andere maatregelen leidden tot sneller economisch herstel, afhankelijk van de algehele economische omstandigheden.

Een bank in zwaar weer kan in goede tijden zonder werkloosheid het beste overgenomen worden door andere banken. In slechte tijden kan zo’n bank beter overgenomen worden door de staat of moeten de spaarders aanvaarden dat ze hun geld kwijt zijn. Geen enkele oplossing werkte altijd optimaal.

Abm’s onthullen vaak veranderingen het systeem die anders niet voorspeld zouden zijn, zegt Domenico Delli Gatti van de universiteit van Milaan, eveneens coördinator van Crisis. Een uitbreiding van het model zodat het ook landen omvat zou het twee tot drie keer zo complex maken, zegt Farmer. Maar het kan dan misschien wel duidelijk maken waarom de maatregelen die in Ierland werkten niet in Griekenland werken.

‘In principe kan het Crisis-model uitgebouwd worden tot een financieel netwerk waarbij elk land een knooppunt is. Het model kan dan gekalibreerd en getest worden met data van de eurozone’, zeg Delli Gatti. Het model heeft al crises en besmetting in kleinere financiële netwerken voorspeld.

Politieke dimensie

Dellig Gatti en anderen waarschuwen wel dat dit soort problemen ook een politieke dimensie kennen. Net als klimaatmodellen kunnen abm’s vertellen wat de gevolgen zijn van verschillende maatregelen, maar politici kunnen dat nog steeds negeren.

Maar ook de politieke kosten en opbrengsten kunnen in een model vervat worden, meent Farmer. Zo heeft Griekenland te maken met een toename van vluchtelingen van aan de andere kant van de Middellandse Zee, met de nodige negatieve gevolgen voor onder andere de gezondheidszorg. Als Griekenland de Europese Unie zou verlaten, zou dat een gecoördineerde respons op deze toevloed moeilijker maken. En voormalig Nato-topman James Stavridis voorspelt dat Griekenland na een vertrek uit de eurozone de banden met Rusland zal aanhalen, waardoor het ook uit zowel de EU als de Nato zou moeten stappen.

Zo bezien is het vele malen goedkoper om abm’s te ontwikkelen die complex genoeg zijn om als leidraad te dienen voor macro-economische onderhandelingen. ‘We hebben er 20 à 30 miljoen euro voor nodig en vijf tot tien jaar’, zegt Farmer. Maar zijn eerste prioriteit is nieuwe financiering vinden aangezien bodem van de Crisis-schatkist vorig jaar oktober al bereikt was.