Middelbare scholieren die vaak een computerspel spelen, lijken beter in robotchirurgie dan artsen in opleiding. Tijdens een ‘wedstrijdje’ opereren waren de gamers een stuk nauwkeuriger.

Stel je ligt op de operatietafel, klaar om onder het mes te gaan. Aan wie vertrouw je de operatie liever toe: een geneeskundestudent of een middelbare scholier die twee uur per dag aan zijn PlayStation zit geplakt? In sommige gevallen ben je in betere handen bij de gamer, concludeerden Texaanse medische wetenschappers.

‘Depressie zit niet alleen in het hoofd, maar in het hele lichaam’
LEES OOK

‘Depressie zit niet alleen in het hoofd, maar in het hele lichaam’

Psychiatrisch epidemioloog Brenda Penninx onderzoekt het verband tussen mentale en lichamelijke gezondheid.

De gamers bleken beter in de technische handelingen van robotchirurgie. De onderzoekers, onder leiding van chirurg Sami Kilic, lieten proefpersonen een robotgestuurde sleutelgatoperatie verrichten. Tijdens zo’n operatie bedient de arts de instrumenten via een computer. Natuurlijk ging het bij dit onderzoek niet om echte operaties, maar simulaties.

De proefpersonen bestonden uit toekomstige chirurgen en gamers. De deelnemers die regelmatig achter een game kropen, bleken op verschillende punten beter te presteren. Ze oefenden de juiste hoeveelheid spanning uit op de instrumenten, hadden een betere hand-oog coördinatie en een vastere hand tijdens bijvoorbeeld het hechten. Volgens de onderzoekers is dit te danken aan de vele uren waarin ze hun coördinatie trainden met joystick of controller. Bij een tweede gesimuleerde operatie, waarbij de deelnemers het zonder robotassistent moesten stellen, presteerden de toekomstige artsen wel stukken beter dan de rest.

Het onderzoek laat zien dat er veranderingen nodig zijn in de opleiding van artsen. ‘We moeten opnieuw bedenken hoe we deze generatie het beste onderwijzen’, meldt Kilic in een persverklaring. Wie weet bestaat het huiswerk van de geneeskundestudent binnenkort dus uit een paar uurtjes Call of Duty.

Ans Hekkenberg

Afbeelding: Wikimedia Commons/SRI International