Tacoma, Washington (VS) – Mensen kunnen zich de oorzaak van een gebeurtenis herinneren waarvan ze alleen het gevolg waarnamen.


Onze hersenen moeten van alle gebeurtenissen die ze waarnemen een coherent wereldbeeld zien te maken. Anders zouden we akelig in de war raken. Soms gaat het brein daarin zo ver dat het zich iets herinnert dat het niet heeft waargenomen, maar dat de aanleiding was voor iets dat het wel waarnam.
Als mensen een effect zien (bijvoorbeeld iemand die met stoel en al op de grond ligt) zonder dat ze de bijbehorende oorzaak zagen, dan kunnen ze die oorzaak (te ver achterover leunen op de stoel) automatisch invullen. Ze denken dan dat ze ook de oorzaak hebben waargenomen, maar die herinnering is een illusie. De hersenen mogen dan wel de juiste oorzaak reconstrueren, maar de herinnering van die oorzaak stoelt niet op een echte waarneming. Twee psychologen van de University of Puget Sound publiceerden deze resultaten in het julinummer van het Journal of Experimental Psychology.
De wetenschappers lieten proefpersonen plaatjes zien van een of ander effect, zoals een lading sinaasappelen op de vloer van een supermarkt. Later toonden ze ook afbeeldingen van enkele meest logische aanleidingen. De vraag aan de proefpersonen was of ze zo’n plaatje al eerder hadden gezien. Een statistisch significant aantal personen antwoordde dat ze zich het plaatje inderdaad herinnerden. Zelfs met slechts enkele luttele minuten tijd tussen de gevolg- en oorzaakplaatjes beweerden mensen een ongezien plaatje toch te hebben gezien. Het normale geheugen houdt hen voor de gek, net als bij een optische illusie. Het onderzoek toont een toenemend aantal fouten als de tijd tussen de gevolg- en oorzaakplaatjes toeneemt. Dat resultaat is belangrijk voor rechtszaken, waar een getuige vaak maanden later getuigenis moet afleggen. De kans op geheugenmisleiding stijgt dan.
Het effect werkt niet omgekeerd: als je mensen de oorzaak laat zien, is het niet zo dat ze later beweren ook het gevolg te hebben waargenomen. De reden hiervan is nog onduidelijk. De onderzoekers opperen dat de hersenen de ‘waaromvraag’ kennelijk belangrijker vinden dan de vraag ‘wat gebeurt er als…’.
Geheugenmisleidingen die ontstaan uit het construeren van een oorzaak uit een gevolg verschillen fundamenteel van andere geheugenmisleidingen, zo toonden de onderzoekers verder aan. Dit versterkt de opvatting dat geheugen bestaat uit een verzameling onderscheiden, onafhankelijke processen.

Bennie Mols