Op maandag 20 mei 2002 overleed Steven Jay Gould. De paleontoloog, die generaties enthousiast heeft gemaakt voor dinosaurussen, werd zestig jaar.

Harvard-professor S. J. Gould kon het gevoel overbrengen dat hij zelf had beleefd toen hij als vijfjarige oog in oog stond met het skelet van een Tyrannosaurus rex in het Amerikaans natuurhistorisch museum in New York. Daar werd een levenslange fascinatie voor paleontologie geboren. Hij verwierf roem bij een groter publiek met populair-wetenschappelijke boeken als De duim van de panda en Het dierenbrein. Begin dit jaar publiceerde hij The Structure of Evolutionary Theory. De kritieken waren niet erg enthousiast over deze samenvatting van zijn levenswerk.

Gould en zijn collega Niles Eldredge zijn de geestelijke vaders van het idee dat de evolutie gaat met sprongen, punctuated equilibrium (onderbroken evenwicht). Ze kwamen op dat idee bij de bestudering van fossiele landslakken op Bermuda. Ze zagen perioden waarin de slakken zich plotseling snel ontwikkelden (tenminste snel op de tijdschaal van geologische processen) gelardeerd met perioden waarin de organismen vrijwel niet veranderden. Deze theorie staat, na dertig jaar, nog sterk ter discussie. Veel paleontologen menen dat evolutie een gelijkmatig proces is.

‘Invasieve exoten bestrijden  doet meer kwaad dan goed’
LEES OOK

‘Invasieve exoten bestrijden doet meer kwaad dan goed’

Het is doorgaans geen goed idee om invasieve exoten te bestrijden, stelt Menno Schilthuizen. Daarmee vertraag je het natuurlijke proces.

De evolutiebioloog kreeg in de Benelux grotere bekendheid door zijn optreden in de serie Een schitterend ongeluk van vpro-televisiemaker Wim Kayzer, naast onder meer Oliver Sacks en Freeman Dyson. De titel van de serie was gebaseerd op Goulds theorie dat het uitsterven van de dinosaurussen 65 miljoen jaar geleden door een meteorietinslag een gelukkig toeval was waardoor de zoogdieren tot ontwikkeling konden komen en uiteindelijk de mens kon ontstaan.

Gould had kanker.

Sanne Deurloo