De helft van de Brusselse twaalfjarigen heeft een cariësvrij gebit. Dat is een spectaculaire verbetering ten opzichte van achttien jaar geleden. Toch sluit de Brusselse regio daarmee nog niet aan bij de Europese top. Meer poetsen en minder snoepen blijft de boodschap.

Een tandartsenteam van de Université Catholique de Louvain onderzocht in 1998 het gebit van een vijfhonderdtal twaalfjarigen. Zij ontdekten dat 50% van de kinderen geen spoortje van cariës vertoonde. In 1983 bracht een soortgelijk onderzoek aan het licht dat maar liefst 96 procent van de twaalfjarige een gebit met gaatjes had. Ook het aantal aangetaste tanden is sterk gedaald, namelijk van gemiddeld 7,5 in 1983 naar 1,6 nu. Een spectaculaire terugloop met 78,6%. Het onderzoek werd uitgevoerd door Joana Carvalho, Jean-Pierre Van Nieuwenhuysen en William D’Hoore. Zij publiceerden hun resultaten in het februarinummer van Community Dentistry and Oral Epidemiology.

Cariës is de meest voorkomende aandoening van het gebit. Bacteriën in de tandplak zetten suikers uit de voeding om in zuren die het tandglazuur oplossen. Een zuurstoot duurt gemiddeld dertig minuten. Pas dan heeft het speeksel het zuur geneutraliseerd en het tandglazuur zich herstellen. Alle schade is hersteld na ongeveer drie uur. Als er te vaak zoetigheid wordt gegeten of gedronken, volgen de zuurstoten elkaar snel op. Er is onvoldoende tijd voor het herstel van het glazuur en er ontstaan gaatjes (cariës).

Kunnen ­gedachten de bron zijn van fysieke klachten?
LEES OOK

Kunnen ­gedachten de bron zijn van fysieke klachten?

Sebastiaan van de Water zocht uit hoe wetenschappers het nocebo-effect proberen te begrijpen en onder de duim proberen te houden.

“Fluoridehoudende tandpasta, een algemene verbetering van de tandhygiëne en een regelmatige visite bij de tandarts hebben het tandbederf sterk teruggedrongen,” verklaart D’Hoore. “Vooral fluoride is een belangrijke factor. Het maakt het tandglazuur harder en versnelt het herstel van beginnende cariës. Meer dan vijftig procent van de kinderen poetste de tanden minstens twee keer per dag met fluoridehoudende tandpasta, veertig procent éénmaal.”

Witte vlekjes

De tandartsen vinden het niet zo’n goed idee om extra fluoridetabletten te nemen als er geen cariësproblemen zijn. Ze noteerden ten opzichte van 1983 een stijging van witte vlekjes op de tanden (fluorose) van 5% naar 30%. Men neemt aan dat deze vlekjes het gevolg zijn van een langdurige overdosis fluoride. Driekwart van de twaalfjarigen gaat regelmatig op controlebezoek bij de tandarts. Dat is een goede score, als men bedenkt dat tandverzorging in België grotendeels een privé-aangelegenheid is (met slechts een gedeeltelijke terugbetaling van de kosten). Twintig procent gaat alleen als er pijnklachten zijn. Angst voor de tandarts is een vaak gehoorde verklaring.

Ondanks de spectaculaire verbetering van het cariësprobleem is er toch nog geen aansluiting met de toplanden in Europa. In Nederland bijvoorbeeld ligt het aantal twaalfjarigen met (al of niet opgevulde) gaatjes tussen de 21 en 30 procent. Een Nederlands onderzoek beschrijft overigens dat kinderen uit de lagere sociaal-economische groepen meer tandbederf hebben. Men neemt aan dat het belang van goede tandhygiëne in die milieus nog niet volledig is doorgedrongen. In de Brusselse studie lijkt deze trend eveneens aanwezig, maar deze gegevens werden nog niet in de analyse opgenomen.