In maart gaat de deeltjesversneller van Cern in Genève weer draaien. In 2012 vonden onderzoekers daar het higgsdeeltje. Rosemarie Aben promoveert aan de Universiteit van Amsterdam op haar bijdrage aan de vondst.

Wat betekent het dat de deeltjesversneller weer wordt ingeschakeld?

Rosemarie Aben
Amsterdam, 26 december 1985
2006-2008 bachelor natuur- en sterrenkunde, UvA
2008-2010 master experimentele deeltjes en astrodeeltjesfysica, UvA
2010-heden promotieonderzoek aan het Nikhef
2015 (verwachte) promotie op de eigenschappen van het higgsdeeltje, UvA

‘De vondst van het higgsdeeltje door de Large Hydron Collider, de grootste deeltjesversneller ter wereld, was pas het begin. De LHC gaat straks deeltjes met een nog grotere energie laten botsen. Met de nieuwe gegevens die we dan gaan verzamelen, kunnen we kijken of onze voorspellingen over de eigenschappen van het deeltje kloppen. Misschien zit de werkelijkheid anders in elkaar dan verwacht. In sommige modellen komen wel vijf verschillende higgsdeeltjes voor. Dat zou eigenlijk veel leuker zijn.’

‘Er is heel veel mis  met de p-waarde’
LEES OOK

‘Er is heel veel mis met de p-waarde’

De p-waarde is tegenintuïtief en wordt vaak onjuist gebruikt, stelt wiskundige Rianne de Heide. We moeten naar een alternatief.

‘En we zijn op zoek naar donkere materie. Dat is materie waarvan onderzoekers op basis van indirecte waarnemingen weten dat die er is. Maar niemand weet waaruit die bestaat of hoe die eruit ziet. De nieuwe botsingen met grotere energie leveren misschien supersymmetrische deeltjes op. Die deeltjes zijn een goede kandidaat voor het oplossen van het donkeremateriemysterie.’

Hoe bent u betrokken geweest bij de zoektocht naar het higgsdeeltje?
‘Namens het Nikhef, het Nationaal instituut voor subatomaire fysica, werkte ik op Cern. Ongeveer honderd Nikhef-medewerkers zijn verbonden aan de experimenten die daar plaatsvinden. Eén van mijn bezigheden was het schrijven van computercodes waarmee we de gegevens die uit de Atlasdetector kwamen rollen beter kunnen begrijpen.’

‘In deze datasets zitten gegevens over enorm veel botsingen tegelijk. Daaruit wil je signalen halen die iets zeggen over de eigenschappen van het higgsdeeltje. Dat is als zoeken naar een speld in honderden hooibergen.’

Waar was u op het moment dat het higgsdeeltje werd gevonden?
‘Dat gebeurde uitgerekend toen ik op Cern was. Ik ben echt een geluksvogel. De aanloop naar de bekendmaking op 4 juli 2012 was verschrikkelijk spannend. Onderzoekers die werkten met de Atlasdetector moesten tot dezelfde conclusie komen als de ‘concurrenten’ van de CMS-detector. Tot aan de bekendmaking hielden zij hun informatie voor elkaar geheim. Op het moment dat de resultaten openbaar werden gemaakt, zag je: het is écht zo.’

‘Het was geweldig om de vondst met alle wetenschappers ter plekke te vieren. Wat ik zo verbazingwekkend vond, is dat na de champagne iedereen gelijk weer aan het werk ging. Hupsakee, door.’

Weinig jonge vrouwen werken in de deeltjesfysica. Waar komt uw fascinatie vandaan?
‘Tijdens mijn studie natuurkunde gingen we op werkbezoek naar Cern. Honderd meter onder de grond mochten we een blik werpen op de Atlasdetector die zo groot is als het Paleis op de Dam. Ik wist niet wat ik zag. Het mooie aan de experimentele deeltjesfysica is dat je met het fundamenteelste van het fundamenteelste bezig bent, namelijk de deeltjes waaruit alles is opgebouwd. Daarbij maakt het experimentele aspect je werk nog enigszins vatbaar.’

‘Het is voor mij geen issue dat ik één van de weinige vrouwen in dit vakgebied ben. Maar een betere man-vrouwverdeling zou goed zijn. Hoe gevarieerder een groep, hoe beter het onderzoek. Mannen bluffen bijvoorbeeld eerder dan vrouwen, als ze iets niet helemaal zeker weten.’

In juni promoveert u. En dan?
‘Wetenschappelijk onderzoek blijft me trekken. Maar carrière maken in de wetenschap is moeilijk. In Nederland is steeds minder geld beschikbaar. Daardoor is een vaste aanstelling niet voor iedereen weggelegd. Maar ik ben ook nieuwsgierig naar het bedrijfsleven. Daar zou ik bijvoorbeeld kunnen werken aan het ontwikkelen van nieuwe producten. Toch laat de wetenschap me niet los. Misschien wil ik nog voor een aanstelling op Cern gaan. De deeltjesfysica is zo’n mooi vakgebied dat ik best de baas van Cern wil worden.’

Op 18 maart vindt in Pakhuis De Zwijger het Cern-festival plaats, met onder anderen Robbert Dijkgraaf, Jorgen D’Hondt en Stan Bentvelsen. Voor meer informatie en tickets zie www.newscientist.nl/cernfestival

Lees ook: