Is er op plekken als Madrid al groepsimmuniteit tegen het coronavirus? Sommige deskundigen denken van wel, anderen claimen dat we helemaal niet kunnen berekenen wanneer dat het geval is.

Groeps- of kudde-immuniteit heeft een hobbelige rit doorgemaakt tijdens de coronapandemie. In sommige landen werd het concept aanvankelijk opgevoerd als een haalbare strategie om de verspreiding van COVID-19 tegen te gaan. Later werd het verworpen.

Nu melden sommige krantenkoppen echter dat er plekken zijn waar al sprake zou zijn van groepsimmuniteit, zoals Groot-Brittannië en delen van Londen, New York en Mumbai. Anderen waarschuwen echter dat er miljoenen doden zullen moeten vallen voordat we dat punt bereiken.

‘Depressie zit niet alleen in het hoofd, maar in het hele lichaam’
LEES OOK

‘Depressie zit niet alleen in het hoofd, maar in het hele lichaam’

Psychiatrisch epidemioloog Brenda Penninx onderzoekt het verband tussen mentale en lichamelijke gezondheid.

De werkelijkheid is veel rommeliger, deels doordat wetenschappers het er niet eens met elkaar over eens zijn wat groepsimmuniteit precies ís – laat staan hoe we er moeten komen. Hoe weten we dan of populaties beschermd zijn tegen het coronavirus?

Groepsimmuniteit voor mazelen

De definitie van groepsimmuniteit hangt af van wie je ernaar vraagt. Maar laten we aannemen dat het begrip verwijst naar een situatie waarin een voldoende groot deel van een populatie immuun is voor een ziekteverwekker om te voorkomen dat die zich verder verspreid door de gemeenschap. Zij die er wel ontvankelijk voor zijn, worden indirect beschermd door de immuunrespons van anderen. Die immuunrespons kan zich ontwikkeld hebben nadat iemand door een ziekteverwekker besmet werd, of door een vaccin.

Onze ervaring met andere virussen laat zien hoe groepsimmuniteit kan ontstaan. Seizoensvirussen zoals verkoudheid gaan vaak door een populatie heen totdat genoeg mensen de ziekteverwekker zijn tegengekomen en er een beschermende immuunrespons tegen hebben ontwikkeld. De inzet van het BMR-vaccin leidde in sommige landen tot groepsimmuniteit voor mazelen.

Maar groepsimmuniteit is niet noodzakelijk blijvend. Virussen kunnen evolueren en veranderen. En als minder mensen zich laten vaccineren, kan een virus een comeback maken.

Geen garantie

Bij het coronavirus zijn er nog meer uitdagingen. Om te beginnen weten we niet welk percentage van een populatie immuun moet zijn om te mogen spreken van groepsimmuniteit. Dit percentage wordt meestal geschat op basis van het basale reproductiegetal, R0, van een virus. Dat geeft weer hoeveel andere mensen iemand die het virus heeft infecteert.

Uit de meeste schattingen blijkt dat tussen 60 en 70 procent van een populatie immuun moet zijn voor het coronavirus om ervoor te zorgen dat het zich niet meer in een gemeenschap kan verspreiden. Daarbij wordt uitgegaan van een R0 tussen 2,5 en 3.

Maar zelfs als we dit niveau zouden bereiken, garandeert dat niet dat het virus zich helemaal niet meer verspreidt. Het kan onder bepaalde omstandigheden nog steeds worden doorgegeven van iemand die geïnfecteerd is naar iemand die kwetsbaar is.

Geen kuddedieren

Het is moeilijk te bepalen wanneer kudde-immuniteit bereikt is, maar een afname in het aantal gevallen zou een goede indicatie zijn. Het probleem is alleen dat mensen zich niet als kuddedieren gedragen. De berekening voor de drempel van groepsimmuniteit gaat ervan uit dat mensen zich op gelijke afstanden van elkaar bevinden en gelijkelijk contact met elkaar hebben. Met andere woorden, ‘er zitten geen muren, barrières, auto’s of ramen tussen’, zegt viroloog Julian Tang van de Universiteit van Leicester in Engeland. In werkelijkheid leven mensen natuurlijk in allerlei omgevingen, reizen ze en hebben ze in verschillende mate contact met elkaar.

Verder variëren schattingen van R0 en verandert het getal in de loop der tijd. Ons gedrag kan het getal ook beïnvloeden. Lockdowns, social distancing en andere maatregelen om infecties te voorkomen, zullen de R0 in veel gebieden bijvoorbeeld hebben verlaagd.

Deze manier van redeneren bracht wiskundige Gabriela Gomes van de Universiteit van Strathclyde in Schotland en collega’s ertoe om de drempel voor groepsimmuniteit opnieuw te berekenen. Het team ontwikkelde een wiskundig model gebaseerd op de eenvoudige groepsimmuniteitsberekening, maar probeerde daarbij rekening te houden met verschillen tussen individuen.

Groepsimmuniteit in Madrid?

In theorie neemt die variatie de verschillen in ontvankelijkheid voor het virus mee, alsmede de kans dat mensen ermee in contact komen. Hoe meer variatie daar in zit, des te lager de drempel voor groepsimmuniteit, zegt Gomes. Volgens de berekeningen van haar team hoeft maar 10 tot 20 procent van een populatie immuun te zijn voor het virus om groepsimmuniteit te bereiken.

Volgens die schatting hebben sommige plekken al groepsimmuniteit bereikt. Meer dan 10 procent van de bevolking van Madrid zou bijvoorbeeld al een vorm van immuniteit voor het virus hebben. ‘In Europa zitten de meeste landen volgens mij dicht bij dat punt’, zegt Gomes. Dat suggereert dat de epidemie momenteel zijn piek doormaakt op plekken als Madrid.

Epidemioloog Samir Bhatt van Imperial College London is het er niet mee eens. ‘Ik geloof niet dat we ook maar in de buurt zijn van groepsimmuniteit’, zegt hij.

Bhatt wijst op gebieden met extreem grote uitbraken, zoals Bergamo in Italië, waar 57 procent van de mensen die tussen april en juni getest zijn antilichamen tegen het virus had. ‘Als 10 procent genoeg zou zijn, hoe kon het percentage daar dan zo hoog worden?’, vraagt Bhatt zich af.

Astronomisch aantal sterfgevallen

Een probleem is dat schattingen voor de drempel voor groepsimmuniteit zo ver uit elkaar lopen, van 10 tot 70 procent. ‘Het is onmogelijk om daadwerkelijk groepsimmuniteit uit te rekenen’, zegt Bhatt. ‘Er is geen simpel antwoord’, zegt ook biotechnoloog Luis Barreiro van de Universiteit van Chicago in de Verenigde Staten.

Gezien de onzekerheid vinden de meeste wetenschappers het onethisch om te wachten tot genoeg mensen geïnfecteerd zijn met het virus om groepsimmuniteit te bereiken. Schattingen van landen die het zwaar te verduren hebben gehad zoals Frankrijk, Spanje en Brazilië suggereren dat maar 5 tot 10 procent van de bevolking het virus heeft gehad, waardoor de overgrote meerderheid nog kwetsbaar is. ‘Het aantal mensen dat zou sterven aan het virus zou astronomisch zijn’, zegt Barreiro.

Veilige route

In theorie kan een vaccin een veiligere route bieden naar groepsimmuniteit. Maar er zijn nog veel vragen over hoe effectief zo’n vaccin zal zijn. We weten bijvoorbeeld nog steeds niet hoe lang iemands immuunrespons aanhoudt – of die nu is ontstaan door een virusinfectie of door een vaccin. En als een vaccin bijvoorbeeld iemands infectierisico maar met 50 procent verlaagt, ‘wordt de drempel voor groepsimmuniteit veel hoger, en wordt het in feite onmogelijk om groepsimmuniteit te bereiken’, zegt Barreiro.

Zelfs als een vaccin een goede bescherming biedt, werkt het misschien niet voor iedereen. Sommige vaccins beschermen bijvoorbeeld wel jonge mensen, maar niet ouderen die niet zo sterke immuunrespons meer kunnen opbrengen.

Vaccinweigeraars

De publieke perceptie van een vaccin is ook van belang. Een recente Gallup-enquête suggereert dat 35 procent van de inwoners van de VS een vaccin tegen het virus zou weigeren. Uit een enquête in het Verenigd Koninkrijk bleek dat 16 procent van de Britten een vaccin ‘waarschijnlijk niet’ of ‘zeker niet’ zou halen. ‘Als 20 tot 30 procent van de bevolking een vaccin weigert, bereiken we waarschijnlijk nooit groepsimmuniteit’, zegt Barreiro.

Coronaspecial
De beste artikelen van New Scientist over de coronacrisis zijn verzameld in deze digitale special. Te bestellen in onze webshop.