Terwijl het aantal corona-gevallen blijft stijgen, zijn wetenschappers wereldwijd druk bezig met de ontwikkeling van medicijnen en vaccins tegen het virus. De eerste tests op mensen zijn inmiddels begonnen, maar het duurt nog lang voor er een middel op de markt komt.

Het onderzoek naar een middel tegen het coronavirus is op te delen in twee groepen. De eerste groep zijn medicijnen en antivirale middelen, die de infectie verminderen. Daarnaast loopt er onderzoek naar een vaccin dat mensen immuun kan maken tegen COVID-19.

‘Fossiele samenwerking is nodig voor een snelle energietransitie’
LEES OOK

‘Fossiele samenwerking is nodig voor een snelle energietransitie’

Universiteiten moeten hun samenwerking met de fossiele industrie niet stopzetten, vindt scheikundige Marc Koper. Dat vertraagt de energietransitie.

Ook in Nederland wordt er hard aan de weg getimmerd. Het team van hoogleraar celbiologie Frank Grosveld van het Erasmus MC in Rotterdam heeft een antilichaam tegen het coronavirus gevonden. Dit is een groot eiwit dat kan binden aan het virus en het zo onschadelijk kan maken. Deze antilichamen kunnen bijvoorbeeld als medicijn gebruikt worden, maar ook om het virus in het bloed op te sporen.

Specifieke werking

De antilichamen die Grosveld in samenwerking met de Universiteit Utrecht heeft gevonden, zijn een voorbeeld van een potentieel antiviraal middel. Het staat echter nog in de kinderschoenen. ‘Voordat het middel de markt op kan, moet het antilichaam door een uitgebreide ontwikkelingsfase en op bijwerkingen worden getest’, zegt Grosveld in het universiteitsblad van de Erasmus Universiteit. Dat kan nog maanden duren.

Bij andere bedrijven zijn ondertussen ook al antilichamen in de maak. Het Amerikaanse Vir Biotechnology en het Chinese WuXi Biologics werken samen om een ander soort antilichamen te ontwikkelen. Als dat goed gaat, hopen ze over te gaan op massale productie in vier à vijf maanden tijd.

Medicijnen hergebruiken

Middelen gebaseerd op antilichamen werken specifiek tegen één virus, in dit geval het virus dat COVID-19 veroorzaakt. Hoewel dit virus veel lijkt op eerdere coronavirussen, zoals het virus dat in 2003 SARS veroorzaakte, moet er dus een heel nieuw middel komen.

Een andere optie is een minder specifiek antiviraal middel. Het voordeel daarvan is dat we medicijnen tegen andere virussen kunnen hergebruiken. Dit soort medicijnen remt de vermenigvuldiging van het virus in het lichaam af of voorkomt die zelfs helemaal.

Een voorbeeld van zo’n herbruikbaar medicijn is Remdesivir. Dit middel, geproduceerd in 2014, was bedoeld als medicijn tegen ebola. Destijds is het alle veiligheidstests goed doorgekomen, maar bleek het niet tegen ebola te helpen. Remdesivir blokkeert een enzym dat bepaalde virussen nodig hebben om te reproduceren.

Dossier coronavirus
Lees alles over het coronavirus en COVID-19 in ons dossier.

Het bedrijf dat Remdesivir heeft ontwikkeld, het Amerikaanse Gilead Sciences, heeft in eerste tests laten zien dat het middel wellicht tegen coronavirussen werkt. In april begint een onderzoek met patiënten.

Een alternatief is een middel tegen malaria: chloroquine. Het is een goedkoop en veilig medicijn dat virusinfecties blokkeert door de omstandigheden in de cel te veranderen. In China gebruiken artsen dit middel al bij COVID-19-patiënten en dat lijkt te werken.

Andere eerdergenoemde middelen, zoals het hiv-medicijn lopinavir/ritonavir, blijken minder effectief. Weliswaar vermindert het middel de hoeveelheid virusdeeltjes in het lichaam, maar het helpt niet tegen de ziekteverschijnselen.

Vaccins

Medicijnen helpen echter alleen om de klachten tijdens een infectie te verminderen. Weliswaar hebben de duizenden corona-patiënten daar momenteel het meeste baat bij, maar op de lange termijn is het niet de beste oplossing tegen het virus. De echte, definitieve remedie is een vaccin. Daarmee kan iedereen immuun worden tegen het virus, waardoor in de toekomst een uitbraak niet meer mogelijk is.

Inmiddels zijn de eerste klinische onderzoeken met vaccins begonnen door het Amerikaanse bedrijf Moderna. In deze eerste fase van het onderzoek krijgen 45 gezonde proefpersonen het vaccin toegediend om te testen of het vaccin veilig is.

Hoewel de eerste fase een jaar duurt, kan de tweede fase ondertussen al van start gaan. Daarbij krijgt een grotere groep proefpersonen het vaccin. In deze fase kijken onderzoekers behalve naar de bijwerkingen ook naar de werkzaamheid van het vaccin. Moderna verwacht dat dit onderzoek, als alles goed verloopt, over een paar maanden al zal beginnen.

Maar zelfs als alles soepel verloopt, gaat het zeker een jaar duren voordat de eerste vaccins op de markt komen. De ontwikkeling van medicijnen verloopt een stuk sneller: de eerste middelen, zoals chloroquine, worden inmiddels al gebruikt.

Coronaspecial
LEESTIP: de beste artikelen uit New Scientist over het coronavirus. Bestel deze digitale special in onze webshop.