We zijn het er inmiddels over eens dat de moderne mens zijn oorsprong heeft in Afrika. Maar wanneer en waar die dat continent verliet om zich te verspreiden over Eurazië is onderwerp van een verhit debat. Een reconstructie van het klimaat van de afgelopen 300.000 jaar moet helderheid verschaffen over de mogelijkheden voor Homo sapiens om uit Afrika te migreren.

Het is een natte, regenachtige zomer dit jaar. We klagen steen en been over de vakantiemaanden die in het water zijn gevallen. Maar duizenden jaren geleden, in het noorden van Afrika, kon een natte zomer overleven betekenen, en een droge zomer afzien. De schommelingen in het klimaat vormen een van de factoren die de bewegingen van de moderne mens in de prehistorie bepaalden.

Een internationale groep onderzoekers maakte een reconstructie van het klimaat van de afgelopen 300.000 jaar om zo te bepalen wanneer en waar genoeg regen in het Saharagebied viel zodat de moderne mens kon overleven. Hiermee bepaalden de onderzoekers dat er in die periode meerdere windows of opportunity waren om uit Afrika te migreren.

‘Het verleden is een real life-klimaatmodel,’ zegt deze klimatoloog
LEES OOK

‘Het verleden is een real life-klimaatmodel,’ zegt deze klimatoloog

Paleoklimatoloog Mei Nelissen bestudeert miljoenen jaren oude microfossielen die vertellen over een klimaatverandering die gr ...

Het moedercontinent is via twee voor de hand liggende routes te verlaten. De ene wordt de noordelijke route genoemd, via de Nijlvalei. De andere is de zuidelijke route, die via een oversteek van de Rode Zee ter hoogte van Eritrea naar het Arabisch schiereiland loopt. Beide routes werden door de onderzoekers meegenomen in hun analyse van het prehistorische klimaat. Afhankelijk van de klimaatomstandigheden en de hoeveelheid neerslag waren deze routes goed te bereizen.

Jager-verzamelaars

Voor zulke lange tijdschalen als in deze studie worden vaak modellen gebruikt om te voorspellen wat het klimaat had kúnnen zijn. Die modellen worden wel steeds beter, zegt steentijdarcheoloog Gerrit Dusseldorp van de Universiteit Leiden. ‘Dat moet ook wel, want diezelfde modellen worden gebruikt voor de IPCC-rapporten. Zij voorspellen de toekomstige omstandigheden, wij gebruiken die modellen om de omstandigheden in het verleden te bepalen.’

De reconstructie maakt ook gebruik van gegevens over hedendaagse jager-verzamelaars en hoeveel neerslag die minimaal nodig hebben om te overleven. ‘We kijken wel vaker naar die groepen. Voor het verleden heb je maar weinig dingen om op te varen’, zegt Dusseldorp.

De hedendaagse jager-verzamelaars leven doorgaans in slechtere, drogere gebieden dan in prehistorische omstandigheden. ‘De beste grond wordt nu ingepikt door boeren.’ Dat verhoogt de betrouwbaarheid van deze studie, legt Dusseldorp uit. Als hedendaagse jager-verzamelaars het onder erbarmelijkere omstandigheden uithouden, dan hebben de prehistorische moderne mensen dat zeker kunnen doen.

Geleidelijk proces

Dat het klimaat voor enkele windows of opportunity zorgde in de afgelopen 300.000 jaar, wil nog niet zeggen dat de mens er ook gebruik van maakte, zegt Dusseldorp. ‘De mens is niet alleen een willoze speelbal van externe factoren. Hij kan zichzelf aanpassen aan externe omstandigheden.’ Dusseldorp geeft als voorbeeld een struisvogelei dat 100.000 jaar geleden als veldfles werd gebruikt. De mens had toen al met droogte te maken en wapende zich daartegen.

Bovendien zijn er andere factoren die een rol kunnen spelen. Misschien kwam Homo sapiens andere mensachtigen tegen op zijn tocht uit Afrika. Door de beperkte hoeveelheid voedsel waren sommige gebieden gewoonweg ‘vol’. En na een grote crisis, waarvan er meerdere hebben plaatsgevonden, waren er niet genoeg mensen om te migreren, of de klimaatomstandigheden nu gunstig waren of niet. ‘Dat migreren was een geleidelijk proces, waarbij de mens zich als een olievlek verspreidde.’

Lokale omstandigheden

Maar je moet de invloed van het klimaat ook weer niet uitvlakken, zegt Dusseldorp. ‘De afgelopen 800.000 jaar hebben we te maken gehad met een periodieke afwisseling van ijstijden en tussenijstijden, die een enorme invloed hebben op het wereldwijde klimaat.’ En het klimaat heeft op zijn beurt weer invloed op alles wat er op aarde leeft.

Het klimaat moet dus wel degelijk meegenomen worden bij het bestuderen van de migratie van Homo sapiens. Het documenteren van de omstandigheden in het verleden is daarom heel belangrijk, al gebeurt dat volgens Dusseldorp vaak te simplistisch, op mondiaal niveau. De lokale omstandigheden kunnen zich soms heel andere ontwikkelen dan het wereldwijde gemiddelde. ‘Ik hamer graag op het belang van lokale omstandigheden, zoals die zijn bepaald uit bijvoorbeeld fossielen, als aanvulling op modellen die het grotere plaatje vangen.’

Gatenkaas

Waarom de mens naar het noorden trok, blijft ook een mysterie. ‘Verplaats je eens in de prehistorische moderne mens. Waarom zou je uit Afrika weggaan? Hier in Europa is het een stuk grauwer en kouder.’ Dusseldorp verwacht dan ook niet dat deze mensen als een soort bedevaart in een rechte lijn naar het noorden liepen. ‘Dat ging waarschijnlijk geleidelijker.’ En dan zijn die langere tijdschalen zoals in deze studie behoorlijk relevant.

De grootste migratie, zo’n 65.000 jaar geleden, was hoe dan ook zeker niet de eerste. Al van veel eerder zijn er resten van Homo sapiens buiten Afrika gevonden. Tijdens al die migraties is de moderne mens ongetwijfeld andere menssoorten tegengekomen. Al zo’n 200.000 jaar geleden kwam er wat modern menselijk DNA het genoom van de neanderthaler binnen. Maar hoe die verhoudingen precies waren en hoe het kan dat Homo sapiens het uiteindelijk won van de andere menssoorten, blijft onduidelijk. Daarvoor zijn er niet genoeg fossielen. ‘De archeologische data zijn vooralsnog een gatenkaas, met meer gaten dan kaas.’

Evolutie van de mens
LEESTIP: Evolutie van de mens vertelt hoe onze soort en zijn voorgangers de wereld veroverden. Bekijk dit boek in onze webshop.