Groningen (NL) – Per jaar ondergaan zo’n driehonderd Nederlanders een chirurgische verwijdering van het strottenhoofd (laryngectomie). Met een kunstmatig stemorgaan kunnen patiënten weer spreken, maar het is niet optimaal. Onderzoek van twee Groningse promovendi biedt hoop.


Spreken zonder strottenhoofd kan alleen door de luchtpijp naar de hals te laten leiden. Afsluiting van de luchtpijp gebeurt door een ventiel. De bevestiging van de huidige ventielen gaat niet bij iedereen even goed. Hierdoor ontstaat luchtlekkage. Albert Geertsema verbeterde de huidige ventielen en ontwierp een stevige verankering. Hij promoveert 12 juli 2000 op zijn onderzoek.
Zijn collega Martin de Vries, die sinds 5 juli al de doctorstitel mag dragen, onderzocht de werking van kunstmatige stembanden. Hij ontwikkelde een siliconen lipje dat de kwaliteit van de stem verbetert De twee onderzoeken maken deel uit van het project Artificial Larynx (kunstmatig strottenhoofd) dat in 1992 in Groningen is gestart. Dit project moet uiteindelijk leiden tot een implanteerbare, inwendige kunstlarynx.

Groninger Knoopje
Bij vergevorderde keelkanker is het soms noodzakelijk om het gehele strottenhoofd te verwijderen inclusief het strottenklepje en de stembanden. De chirurg leidt dan de luchtpijp van de patiënt naar een opening (tracheostoma) in de hals. Ademen gaat niet meer via de mond en neus maar via deze opening waaraan een ventiel aan bevestigd zit. Om stemgeluid te krijgen, maakt de chirurg een verbinding tussen de luchtpijp en de slokdarm met daarin ook een ventiel. Dit is het Groninger Knoopje. Uitgeademde lucht stroomt door het Groninger knoopje omhoog langs een sluitspier in de slokdarm. Als de tracheostoma in de hals is afgesloten, begint de sluitspier te trillen en dient dan als stemband.

Albert Geertsema bestudeerde in zijn promotieonderzoek twee onderdelen van het kunstmatige strottenhoofd: Het ventiel dat de halsopening afsluit en een weefselconnector die het ventiel stevig op de hals houdt. De huidige ventielen sluiten pas als de patient hard uitademt. De nieuwe tracheostomaventielen, die Geertsema ontwikkelde, sluiten na hard inademen. De patiënt houdt dan meer lucht over om te spreken. De nieuwe ventielen zijn voor alle patiënten te gebruiken, alleen de bevestigingsmethoden zijn niet voor alle patiënten geschikt. De systemen die nu in gebruik zijn, zitten alleen vastgeplakt op de huid en laten na enkele uren los. Geertsema ontwierp een verankering die bestaat uit een titanen ring. Na implantatie in de luchtpijp, is de ring een bevestigingsplaats voor het tracheostomaventiel. De bevestigingsmethode bevindt zich nog in de experimentele fase en is nog niet door patiënten getest.

Martin de Vries onderzocht of het mogelijk is om in het Groninger knoopje een kunstmatige stemband aan te brengen. Tot nu toe klinkt het spreken met de sluitspier boerend. Het stemgeluid is ook lager dan normaal wat voor vrouwen vervelend is. De stemvormende prothese van De Vries werkt volgens het ‘lipprincipe’, vergelijkbaar met de trillende lippen waarmee een trompetspeler geluid voortbrengt. Het is een enkele lip van siliconenrubber, waarvan de werking grote gelijkenis vertoont met een natuurlijke stemband en die ook een natuurlijk stemgeluid geeft.

Groningse onderzoekers moeten nu in het Artificial Larynx-project de klinische toepasbaarheid van de vindingen aantonen.

Ingrid van Vilsteren