Withandgibbons maken geluiden die gesynchroniseerd zijn en met regelmatige tussenpozen voorkomen. Dat is een combinatie van ritmische kwaliteiten die tot nu toe alleen bij mensen werd waargenomen.
Mannelijke en vrouwelijke withandgibbons (Hylobates lar), een Zuidoost-Aziatische apensoort, zingen duetten met noten die gesynchroniseerd zijn en met regelmatige tussenpozen voorkomen. Deze ritmische eigenschappen zijn vergelijkbaar met menselijke liederen. Dit zou kunnen wijzen op een evolutionaire basis voor het ontstaan van muziek.
‘Ik ben er vrij zeker van dat de gibbons beter maat kunnen houden dan ik’, zegt bio-akoesticus Andrea Ravignani van het Max Planck-instituut voor Psycholinguïstiek in Nederland. Hij doelt op het vermogen van de dieren om noten te zingen met regelmatige herhaalde tussenpozen. Ravignani en collega’s beschreven hun onderzoek in Proceedings of the Royal Society B.
Zullen we ooit zelf een optimaal microbioom kunnen ontwerpen?
Je microbioom optimaliseren is zo eenvoudig nog niet.
Menselijke muziek
Het vermogen om maat te houden is eerder vastgesteld bij indri’s (Indri indri), een soort maki die voorkomt op Madagaskar. Dat is de enige andere primaat van wie de roep duidelijke ritmes vertoont die verwant zijn aan die van de menselijke muziek.
Mannelijke en vrouwelijke gibbons zingen duetten om hun territorium af te bakenen en sociale banden te smeden. Ravignani en zijn collega’s analyseerden 215 opgenomen liederen van twaalf gibbons: vier paren die in het wild leven in Thailand en twee paren uit wildreservaten in Italië.
Na het scheiden van mannelijke en vrouwelijke roepen op basis van hun toonhoogte, markeerden de onderzoekers het beginpunt van elke noot. Ze maten hoe vaak noten met regelmatige tussenpozen werden herhaald, en hoe vaak mannelijke en vrouwelijke noten elkaar overlapten.
Gibbonliederen
Zij vonden regelmatige ritmes in alle gibbonliederen. De mannetjes zongen tijdens duetten met meer maatgevoel dan wanneer zij solo zongen. In duetten overlapten de noten van mannelijke en vrouwelijke zangers elkaar 16 tot 18 procent van de tijd, vaker dan op grond van puur toeval te verwachten is.
De onderzoekers stelden vast dat de vrouwtjes minder regelmatig zongen als hun roep meer overlapte met die van de mannetjes. Dit toont aan dat het ritme van de gibbon varieert met de sociale context, aldus Ravignani.
De bevinding suggereert dat de evolutie heeft geselecteerd voor ritmische capaciteiten bij primaten, zegt muziekcognitieonderzoeker Henkjan Honing van de Universiteit van Amsterdam. Zo kunnen ze vocale uitingen coördineren.
Gemeenschappelijke voorouder
Maar het is onduidelijk of de laatste gemeenschappelijke voorouder van de gibbon en de mens ook over dergelijke vermogens beschikte. Het kan ook zijn dat deze later ontstonden, door convergente evolutie ‘met behulp van dezelfde cognitieve architectuur’, aldus taalwetenschapper Simon Townsend van de Universiteit van Zürich in Zwitserland.