Een schedel van een Homo sapiens die gevonden is in een Griekse grot, blijkt 210.000 jaar oud te zijn. Deze ontdekking werpt een nieuw licht op de geschiedenis van de mens: tot nog toe dachten wetenschappers namelijk dat de eerste moderne mensen Europa pas 45.000 jaar geleden bereikten. 

Het lijkt erop dat onze voorouders veel eerder dan we dachten uit Afrika vertrokken en arriveerden in Europa. Dat blijkt uit een vondst in de Apidimagrot in het zuiden van Griekenland. Daar werden in de jaren zeventig twee schedels van mensachtigen ontdekt, beide zonder onderkaak. Er werd aangenomen dat ze van neanderthalers waren, die in Europa leefden lang voordat de moderne mensen arriveerden.

Modder en stenen

De Griekse paleoantropoloog Katerina Harvati, verbonden aan de Eberhard-Karls-Universität Tübingen, besloot samen met haar collega’s de schedels nader te bestuderen. Ze maakten ct-scans van de schedels en vergeleken de vorm ervan met andere mensachtige soorten. Eén van de schedels behoorde zoals verwacht toe aan een neanderthaler. De andere voldeed tot hun verrassing niet aan de neanderthaler-kenmerken maar bleek van een moderne mens geweest te zijn.

Hoe zorg je voor je microbioom?
LEES OOK

Hoe zorg je voor je microbioom?

Goede voeding, genoeg slaap, weinig stress en een fijn sociaal leven: er zijn genoeg manieren om het microbioom een handje te helpen.

De volgende stap was om te achterhalen hoe oud de schedels waren. Dit bleek lastig omdat de schedels toen ze gevonden werden ingekapseld waren in een klont hard geworden modder en stenen, die aan het plafond van de grot geplakt was. ‘Dat betekent dat ze niet afkomstig zijn uit dezelfde context als het materiaal dat van de bodem van de grot opgegraven is’, zegt Harvati.

De schedel zit vast aan een steen. Foto: Katerina Harvati
De schedel zit vast aan een steen. Foto: Katerina Harvati

Daarom gebruikte Harvati’s team uranium-thoriumdatering. Daarmee kan de ouderdom van een object geschat worden door te kijken naar het verval van radioactieve elementen. Hiermee werd de leeftijd van de neanderthalerschedel op 170.000 jaar geschat. De menselijke schedel bleek veel ouder: 210.00 jaar. ‘Het is dus ouder dan alle ander exemplaren van Homo sapiens die buiten Afrika aangetroffen zijn’, zegt Harvati. Het team publiceerde de vondst in vakblad Nature.

Geschiedenis herschreven

Vlak na de eeuwwisseling waren de meeste antropologen het erover eens dat Homo sapiens 200.000 jaar geleden in Afrika opkwam en dat alle mensen van recente niet-Afrikaanse afkomst afstammen van een groep die zo’n 60.000 jaar geleden uit Afrika vertrok en 45.000 jaar geleden in Europa aankwam.

In deze grot is de 210.000 jaar oude schedel gevonden. Foto: Courtesy of Museum of Anthropology, Medical School, National and Kapodistrian University of Athens

Dit verhaal wordt nu herschreven. Fossielen van moderne mensen die in Marokko gevonden zijn, dateren van 315.000 jaar geleden, waarmee de geschiedenis van onze soort eerder begint. Een in een Israëlische grot gevonden kaakbeen is 177.00 jaar oud, wat betekent dat mensen zich eerder buiten Afrika begaven. Er zijn ook vermoedens van menselijke aanwezigheid in China rond diezelfde tijd, maar die zijn niet onomstreden.

‘Niets verbaast ons nog’

Voordat deze ontdekkingen gedaan waren, zou de vondst in Apidima een schok geweest zijn, maar ‘niets verbaast ons nog’, zegt Fred Spoor, hoogleraar menselijke evolutie aan het Natural History Museum in Londen.

De schedels zouden zelfs nóg ouder kunnen zijn, merkt geochronoloog Mathieu Duval van Griffith University in Nathan, Australië op. Uranium-thoriumdatering geeft ten slotte de minimale leeftijd van de fossielen aan.

Ook andere aannames moeten nu opnieuw beschouwd worden, zegt archeoloog Eleanor Scerri van het Max-Planck-Institut für Menschheitsgeschichte in Jena, Duitsland. Zo werd de 65.000 jaar oude kunst in een Spaanse grot tot dusver toegeschreven aan neanderthalers, omdat aangenomen werd dat er geen moderne mensen in Europa waren. ‘Zulke aannames kun je nu niet meer doen’, aldus Scerri.

Raadselachtige kruising

De menselijke schedel van Apidima lost een raadsel op. Het is een bekend feit dat mensen en neanderthalers zo’n 50.00 jaar samen nageslacht hebben geproduceerd, waardoor alle mensen van recente niet-Afrikaanse afkomst een kleine hoeveelheid neanderthaler-DNA in hun cellen hebben. Het lijkt er echter op dat ze ook al meer dan 200.000 jaar gekruist zijn, wat neanderthalers menselijk DNA opleverde. Dit zou niet mogelijk geweest zijn als ze op verschillende continenten geleefd hadden. De schedel uit Apidima suggereert nu dat ze bij elkaar in de buurt gewoond hebben en elkaar dus konden tegenkomen.

Ook uit een ander onderzoek blijkt dat er al vroeg intiem contact tussen mensen en neanderthalers geweest moet zijn, tussen 300.000 en 200.000 jaar geleden. Bioloog Adam Siepel van het Cold Spring Harbor Laboratory in New York en zijn collega’s analyseerden daarvoor opnieuw DNA van moderne mensen en van neanderthalers met behulp van een nieuwe techniek. De studies ‘komen in dat opzicht met elkaar overeen’, zegt hij.

Menselijke lappendeken

Dat de mens in Afrika geëvolueerd is, blijft onbetwist, zegt Scerri. ‘De oudste fossielen zijn gevonden in Afrika en zijn nog 100.000 jaar ouder zijn dan die uit Apidima’, zegt ze. Wel is het misschien meerdere keren gebeurd dat er mensen vanuit Afrika naar elders trokken, mogelijk vergemakkelijkt doordat de Sahara en de Arabische woestijnen ‘groen’ werden, wat elke 100.000 jaar gebeurt.

Scerri en haar collega’s zijn voorstanders van het ‘Afrikaanse multiregionale model’: het idee dat er vele menselijke populaties in Afrika leefden, die soms geïsoleerd waren en soms verbonden. Nu lijkt het erop dat dit web van populaties zich ook buiten Afrika uitstrekte. ‘Het was een soort menselijke lappendeken van hele kleine populaties’, zegt ze.