Uit een virtuele 3D-reconstructie blijkt dat de borstkas van de neanderthaler even groot was als die van de moderne mens, maar dat de borstkas wel een andere vorm had. Mogelijk hadden onze verre voorouders een andere manier van ademhalen.

De resultaten van het onderzoek, die gepubliceerd zijn in Nature Communications, laten zien dat de onderkant van de borstkas van de neanderthaler breder is dan bij de moderne mens. Het onderzoeksteam, onder leiding van Asier Gómez-Olivencia van de universiteit van Baskenland, gaat ervan uit dat het middenrif van de neanderthaler daardoor een groter oppervlak had.

‘Depressie zit niet alleen in het hoofd, maar in het hele lichaam’
LEES OOK

‘Depressie zit niet alleen in het hoofd, maar in het hele lichaam’

Psychiatrisch epidemioloog Brenda Penninx onderzoekt het verband tussen mentale en lichamelijke gezondheid.

Door de bredere onderkant kon de neanderthaler tijdens het inademen zijn borstkas verder uitzetten, waardoor hij een grotere longcapaciteit had. Daarnaast zou zijn manier van ademhalen mogelijk meer gebaseerd zijn op het samentrekken van het middenrif dan bij ons het geval is.

Eerste ontdekking

De vorm en de grootte van de borstkas is al een discussiepunt sinds dat paleontologen 150 jaar geleden voor het eerst stuitten op ribben van een neanderthaler. Sindsdien zijn er verschillende vondsten gedaan, maar interpretaties daarvan lopen nog steeds uiteen van een neanderthaler met een borstkas die niet te onderscheiden is van die van de moderne mens, tot een borstkas die aanzienlijk anders in elkaar zit.

Voor de virtuele 3D-reconstructie maakten de paleontologen gebruik van de ribbenkast van een volwassen, mannelijke neanderthaler: de Kebara 2 (K2). De Kebara 2 is de meest complete ribbenkast van een neanderthaler die tot nu toe is gevonden. De botten zijn in 1983 opgegraven in de grot van Kebara in Israël. Ze zijn afkomstig van een neanderthaler die zo’n 60.000 jaar geleden heeft geleefd.

Virtuele reconstructie

De opgegraven botten zijn fragiel, waardoor het lastig is om ze te onderzoeken. Een virtuele 3D-reconstructie is minder risicovol. ‘Met de virtuele 3D-reconstructie zijn de onderzoekers in staat om meer informatie te vergaren over het skelet van de neanderthaler. Door middel van een CT-scan en statistiek konden ze het skelet herbouwen en zo ondergrondse deformaties of eerdere reconstructies corrigeren’, aldus archeoloog Katharine MacDonald van de universiteit van Leiden, die niet betrokken was bij het onderzoek.

‘De virtuele reconstructie laat zien hoe de ribben en de wervelkolom tot elkaar in verhouding staan. Tevens maakt de virtuele constructie het mogelijk om de borstkas van de neanderthaler eenvoudig te vergelijken met bijvoorbeeld de moderne mens, door middel van statistiek.’

Manier van ademhalen

Toch zijn de onderzoekers voorzichtig met het trekken van harde conclusies: ‘De nieuwe informatie over de borstkas van de neanderthaler geeft ons nog geen concrete informatie over de manier waarop hij ademhaalde’, aldus MacDonald. Daarvoor is er eerst meer onderzoek nodig. ‘We zouden bijvoorbeeld op zoek kunnen gaan naar aanwijzingen in het DNA van de neanderthaler. Mogelijk zijn er verschillen in de genetische samenstelling van de neanderthaler en de mens die wijzen op een andere manier van ademhalen.’

De opgegraven botten van de Kebara 2. Beeld: J. Trueba/Madrid Scientific Films
De opgegraven botten van de Kebara 2. Beeld: J. Trueba/Madrid Scientific Films